5.3 Beveiliging - Voorwaarden en uitgangspunten
De volgende voorwaarden zijn van toepassing op de aansluitschema's.
• De installateur zorgt dat noodzakelijke en niet weergegeven beveiligingen gebruikt en opgenomen
worden in de schema's.
• Zorg dat het aangedreven systeem zichtbaar is vanaf alle besturingseenheden en
besturingssystemen. Plaats besturingseenheden en besturingssystemen op een hoogte welke
overeenstemt met toepasselijke normen en richtlijnen.
• Bescherm de elektrische aansluitingen tegen vochtige omstandigheden.
• Volg de toepasselijke normen, richtlijnen en/of bedradingsrichtlijnen voor elektrische
aansluitingen.
Elektrische aansluitingen zijn uitsluitend toegestaan aan een
elektrisch installateur of een elektricien.
Een volledig en correct aangesloten aansluitschema is vereist.
Het is verplicht om alle beveiligingscontacten en bedrijfscontacten
Er kunnen gevaarlijke spanningen zijn, ook wanneer de aandrijving
Voor montagewerkzaamheden, aansluitwerkzaamheden en
onderhoudswerkzaamheden moet het systeem spanningsloos
Zorg dat elke elektrische motor (EM) wordt gestopt met (alleen)
zijn eigen eindstandsysteem. Dit voorkomt het risico van incorrecte
aansturing, een incorrecte draairichting of incorrecte bediening van
eindstandsystemen van verschillende elektrische motoren.
De installateur stelt de Motorbeveiligingsschakelaar (MPCB[Q41]) in
op de waarde van de nominale stroom van de elektromotor.
Zorg altijd dat de beveiligingen voldoen aan de, lokale of nationale,
wetten en regelgeving van het land.
Ridder – Drive Systems
T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com
aan te sluiten.
ELEKTRISCHE SCHOK
niet in bedrijf is.
worden geschakeld.
38