3.2 Beschrijving
RW-SD motorreductoren zijn aandrijvingen voor het aandrijven van systemen in kassen,
stallen, gewasbewaarplaatsen en dergelijke. De RW-SD motorreductoren zijn toepasbaar bij
omgevingstemperaturen tussen 0 en 60 °C. RW-SD motorreductoren hebben een zelfremmende
wormoverbrenging welke de aandrijving (wormas) stopt wanneer niet aangedreven en vervolgens
de uitgaande as vergrendelt. Handmatig aandrijven (extern) is mogelijk met (elektrisch)
gereedschap en een binnenzeskant in de as van de elektromotor.
De printplaat van de SD basisunit heeft aansluitingen voor:
• de voedingsspanning;
• twee bedrijfscontacten (eindstanden) en een beveiligingscontact (beveiligingsstop);
• een terugmeldsignaal (4–20 mA);
• twee kanalen voor communicatie met de Ridder SmartDrive SD Paneelunit (SD-PU);
• twee hulpcontacten ("Auxiliary 1/2").
RW-SD motorreductoren gebruiken het eindstandsysteem van de SD basisunit (SD-BU), met twee
bedrijfscontacten (eindstanden) en een beveiligingscontact. De ingebouwde sensorunit geeft
terugmelding om digitaal ingestelde eindstanden te detecteren. De digitale eindstanden worden
gebruikt om deze contacten te activeren. Indien een Ridder SmartDrive SD Paneelunit (SD-PU)
is aangesloten, worden de stuurcontacten (motoraansturing) en een beveiligingscontact van de
paneelunit gebruikt. Vervolgens worden de bedrijfscontacten en het beveiligingscontact van de
BU printplaat gedeactiveerd.
RW-SD motorreductoren zijn geschikt voor discontinu bedrijf (bedrijfsklasse s3-35%) met een
inschakelduur van maximaal 25 minuten.
Het BU deksel heeft een beeldscherm welke het bedieningsscherm weergeeft en heeft
vier drukknoppen. Het bedieningsscherm vertelt de stappen van de instelprocedures (of
inbedrijfstelling) in een geselecteerde taal. U kunt alle instellingen (eindstanden en meer) van de
eerste ingestelde SD basisunit downloaden, en deze uploaden naar andere units met Bluetooth en
de SmartDrive App (op een Smartphone). De sensorunit bewaakt de posities van de aandrijving. De
SmartDrive App kan informatie van het SD systeem uitlezen en bewaken zoals statistieken, belasting
en meer. Deze informatie is beschikbaar voor voorspellend onderhoud van het aangedreven
systeem.
Bediening is mogelijk, gewoonlijk in geautomatiseerde systemen, met:
• een externe handbediening (MC) (alleen wanneer geen SD paneelunit is aangesloten);
• een externe automatische aansturing (ACS) (alleen wanneer geen SD paneelunit is aangesloten);
• de SD paneelunit:
• INTERN - Handbediening (knop S8);
• EXTERN - Automatische aansturing (24 V digitale aansturing/Modbus RTU).
• het bedieningsscherm op het BU deksel (motoraansturing alleen actief met aangesloten
SD paneelunit);
• de SmartDrive App op een Smartphone (alleen actief met aangesloten SD paneelunit).
De RW-SD motorreductoren hebben aansluitingen (klemmenblok/klemmenstroken) om de kabels
aan te sluiten en worden geleverd met kabelwartels voor de voedingskabels en stuurkabels. Het
reductorhuis van de RW-SD motorreductor heeft een poedercoating. RW-SD motorreductoren
worden geleverd met bevestigingsbouten en veerringen*.
* Voor RW1000–RW2000-SD motorreductoren zijn bouten (M12), veerringen en moeren
toebehoren.
Ridder – Drive Systems
T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com
11