ZWEMBADFILTERSYSTEEM - TYPE S, TYPE T-REEKS
8.4 BIJVULLEN
Vul het filter bij door het filtermateriaal toe te voegen
via de opening in het deksel. Zand moet worden
gebruik als filtermedium en het moet de volgende
eigenschappen hebben:
Filtermedium
Korrelgrootte
0,4 ÷ 0,8 mm
KWARTSZAND en
1 ÷ 2 mm
GEMALEN KWARTS
1 ÷ 3 mm
3 ÷ 6 mm
1 ÷ 2,5 mm
ZEOLIET
2,5 ÷ 5 mm
KIEZEL
-
ANTRACIET
0,8 ÷ 1,8 mm
ACTIEVE KOOL
-
AANDACHT
Vóór het bijvullen moet de toegangsopening
van de middelste verdeelleiding, net onder het
deksel, worden gesloten. Verwijder de pakking
uit de inlaat van het filter.
Filtermodel
Hoeveelheid materiaal
6 m
/h
75 Kg
3
10 m
/h
100 Kg
3
14 m
/h
150 Kg
3
22 m
/h
250 Kg
3
35 m
/h
550 Kg
3
AANDACHT
Op het einde van het bijvullen moet de eind-
afsluiting voor de verdeelleiding, onder het
deksel, worden verwijderd.
Vul daarna de zandfilter met water. Het bijvullen moet
traag worden uitgevoerd, om het water in tussen alle
kieren in het filtermateriaal te laten lopen. Er moet
worden bijgevuld tot het water over de rand loopt.
AANDACHT
Controleer of het overlopen van het teveel aan
water geen schade veroorzaakt en dat er geen
spanning en/of elektrische onderdelen in de
buurt zijn waar het water mee in contact zou
kunnen komen.
8.5 SLUITEN VAN HET FILTER
•
Sluit het filter met het deksel, de pakking, de
klem, de schroeven en de muren die bij de
26
WWW.NORSUP.EU
apparatuur werden geleverd
•
Verifieer dat de contactoppervlakken schoon zijn en
verwijder eventueel het vuil of het achtergebleven
filtermateriaal;
•
Plaats de pakking op het filter.
•
Monteer de drukmeting op het gepaste gat in
het deksel (door het gat met schroefdraad of
door de gepaste tegenmoer en O-ring);
•
Plaats het deksel
•
Trek aan de klem om het deksel en de
bovenkant van het filter te sluiten
•
Plaats de 2 moeren in de klem
•
Sluit de klem met de moeren, tot de twee kanten
samenvallen. Niet te vast schroeven!
8.6 STARTEN
Open langzaam de kleppen op de verbindingsleiding.
Controleer of er geen waterlekken zijn.
AANDACHT
Sluit bij waterlekken de filterkleppen onmidde-
lijk en ga verder met het onderzoeken van het
systeem.
8.7 WERKING
De apparatuur zorgt voor de filtratie van het water, over-
eenkomstig dat wat wordt beschreven in deze hand-
leiding. Voor goede prestaties van het filter en voor een
goed beheer van het systeem dat er op is aangesloten,
zijn er nog functies maar rekeningen mee gehouden
moet worden en die moeten worden overwogen.
Door een andere opstelling van de meerwegklep die
is verbonden met het filter (als dit bij de modellen is
inbegrepen) is het mogelijk om deze andere functies
uit te voeren.
Een 6 weg-klep heeft de volgende belangrijke
bedrijfsposities:
1
filtratie
4
afval
2
terugspoelen
5
circulatie
3
spoelen
6
vergrendelen
De bedrijfsomstandigheden van elke positie worden
hierna in detail beschreven.
AANDACHT
De selectie met de
meerwegklep mag
ALLEEN GEBEUREN
ALS HET SYSTEEM IS
UITGESCHAKELD EN
NIET IN GEBRUIK IS!
Aanpassingen ten voordele van het technologische proces en fouten zijn te verwachten!
ZWEMBADFILTERSYSTEEM - TYPE S, TYPE T-REEKS
8.8 FILTRATIE
Als dit de normale bedrijfspositie is, zal het de filtratie
van het water uitvoeren van de aanvoer tot de uitgang.
8.9 TERUGSPOELEN
Dit wordt gebruikt voor het reinigen van het filtermedium
in het filter. Deze handeling verwijdert zwevende deeltjes
die door het filtermedium werden gevangen tijdens
normaal bedrijf.
8.10 SPOELEN
Dit moet gebeuren na het terugspoelen, om eventuele
onzuiverheden binnen de klep te verwijderen.
8.11 AFVAL
Dit laat het water rechtstreeks naar de afvoer lopen
(bijv. bij het leegmaken van het zwembad)
8.12 CIRCULATIE
Dit laat het systeem werken zonder het filter. Het
water wordt rechtstreeks naar de uitlaat omgeleid.
8.13 VERGRENDELEN
Dit sluit elke doorgang van de klep.
8.14 WINTER
Dit is een tussentijdse positie die, bij een leeg systeem,
breken voorkomt als gevolg van bevriezen.
9
NORMAAL EN PREVENTIEF ONDERHOUD
9.1
UNIVERSALITEIT
De uitvoering van de volgende handelingen wordt
overgelaten aan de gebruiker. Ze kunnen op (op
aanvraag) worden uitgevoerd door NORSUP.
Als de gebruiker van plan is om het onderhoud zelf uit
te voeren, moeten de handelingen worden toevertrouwd
aan een gekwalificeerd persoon, die mogelijke fouten
kan inschatten en de beschermingen en beveiligingen
kan herstellen. Onderhoudsactiviteiten, zoeken naar
De belangrijkste handelingen worden hierna samengevat:
Werk dat
Dage-
Weke-
Maan-
uitgevoerd
Materialen
lijks
lijks
delijks
moet worden
x
Druk-
Mano-
regeling
meter
Meerweg-
Terug
klep
spoelen
positie 2
Vul
eventueel
Zandniveau
bij met
filtering
materiaal
tot het filter half
gevuld is
Vervanging
Filter-
filter-
materiaal
materiaal
Aanpassingen ten voordele van het technologische proces en fouten zijn te verwachten!
fouten en reparaties zijn alleen toegestaan voor gekwali-
ficeerd personeel; niet goedgekeurde activiteiten
zullen de garantie doen vervallen.
9.2 NORMAAL ONDERHOUD
Het onderhoud van de apparatuur is gebaseerd op een
opeenvolging van handelingen die, als ze worden uit-
gevoerd zoals hierna wordt beschreven, ervoor zorgen
dat de apparatuur in perfecte, efficiënt werkende toe-
stand wordt gehouden. Onderhoud moet worden
uitgevoerd overeenkomstig de regels die worden
beschreven in deze handleiding.
De aangegeven bedienings- en onderhoudsmomenten
moeten worden beschouwd als indicatieve waarden
voor de werking in normale omstandigheden, op
basis van een algemeen gebruik gedurende 8 uur
per dag en 365 dagen per jaar. (ongeveer 3000 uur/
jaar). Verschillende omstandigheden kunnen de
onderhoudsmomenten veranderen.
AANDACHT
Controleer tijdens het leegmaken van het filter
of het overlopen van het teveel aan water geen
schade veroorzaakt en dat er geen spanning
en/of elektrische onderdelen in de buurt zijn waar
het water mee in contact zou kunnen komen.
10
DRAINEN
Het verwijderen van het materiaal moet gebeuren over-
eenkomstig de geldende wetten in het land waar de
apparatuur is geïnstalleerd. Het afval moet worden ge-
scheiden als er gedeeltelijk of volledig wordt leeggemaakt.
Elke 3
Elke 6
Jaarlijks Elke 2
maan-
maan-
Meer
Opmerking
jaar
den
den
De druk moet lager zijn
dan 1 bar. Als de druk
den
hoger is dan 0,5 bar moet
de terugspoeling worden
uitgevoerd
De druk moet lager zijn
x
dan 1 bar. Als de druk
hoger is dan 0,5 bar moet
de terugspoeling worden
uitgevoerd
De druk moet lager zijn
x
dan 1 bar. Als de druk
hoger is dan 0,5 bar moet
de terugspoeling worden
uitgevoerd
De druk moet lager zijn
x
dan 1 bar. Als de druk
hoger is dan 0,5 bar moet
de terugspoeling worden
uitgevoerd
ORIGINELE HANDLEIDING NORSUP
EN
DE
FR
NL
DK
SE
27