5.3
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Risico door elektrische schok!
De componenten van de buiteneenheid zijn elektrisch geleidend. De
condensator van de buiteneenheid moet na het losmaken van de span-
ningsbron worden ontladen.
▶ Schakel de hoofdschakelaar uit.
▶ Wacht tenminste vijf minuten voordat elektrische werkzaamheden
worden uitgevoerd om de volledige elektrische ontlading van de con-
densatoren te waarborgen.
OPMERKING
Wanneer de spanning wordt ingeschakeld zonder water, raakt de in-
stallatie beschadigd.
In dit geval kunnen de componenten van de cv-installatie oververhit ra-
ken.
▶ Boiler en cv-installatie voor het inschakelen vullen tot de juiste druk.
WAARSCHUWING
Risico door elektrische schok of brand!
Wanneer de vermogensbelasting te hoog is voor de voedingskabel kun-
nen elektrische schokken of brand optreden.
▶ Houd de nationale bedradingsnormen en de regelgeving voor elektri-
sche werkzaamheden aan.
▶ Wanneer een zekeringautomaat wordt gebruikt, moet deze in staat
zijn over alle polen te ontkoppelen met 3 mm contactopening.
▶ Een ander elektrisch circuit en aansluitkabel dan die van de binnen-
eenheid moet worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Risico door elektrische schok of brand!
Wanneer de afdekking van de elektrische schakelkast niet perfect is
vastgezet, ontstaat opwarming aan de klemmen en aansluitingen, brand
of een elektrische schok.
▶ Installeer de bedrading correct zodat de afdekking van de elektrische
schakelkast correct kan worden vastgezet.
WAARSCHUWING
Risico door elektrische schok of brand!
Het verkeerd gebruik van een voedingskabel kan brand of elektrische
schokken veroorzaken.
▶ Beschadig de voedingskabel niet en gebruik geen ongespecificeerd
type.
▶ Verander de lengte van de voedingskabel niet. Gebruik indien nodig
een verlengkabel en sluit geen andere elektrische verbruikers aan op
de aansluitkabel van de buiteneenheid.
▶ Wanneer de voedingskabel is beschadigd, mag deze alleen door een
gekwalificeerd persoon worden vervangen.
De buiteneenheid moet veilig en conform de geldende voorschriften
spanningsloos kunnen worden geschakeld.
▶ Installeer voor een veilig bedrijf een ontkoppelingseenheid die een
volledige ontkoppeling verzorgt conform ovespanningscategorie III
in de voedingsbekabeling volgens de aansluitvoorschriften.
Compress 3400i AWS – 6721827941 (2024/02)
De spanning mag niet meer variëren dan 10% van de nominale spanning.
De spanning tussen aarde en neutraal moet minder zijn dan 3V. Let bij
het uitvoeren van de verbinding op de fasen van dit toestel in de gehele
elektrische installaties, zodat er geen fase-onbalans kan optreden in het
3-fasesysteem van de elektrische installatie.
De buiteneenheid moet worden aangesloten op een passende aanslui-
ting van een hoofdschakelaar zoals gespecificeerd op de typeplaat.
▶ Kies een voedingskabel passend voor een elektrische zekering en de
elektrische stroom van het toestel.
▶ Gebruik de juiste dimensionering van de zekering in het voedingscir-
cuit voor het te installeren model.
▶ Sluit de buiteneenheid aan conform het aansluitschema (hoofd-
stuk 9.4). Sluit in geen geval andere verbruikers aan.
▶ Houd de kleurcodering aan bij het vervangen van printplaten, omdat
printkaarten van verschillende kleur niet onderling uitwisselbaar zijn.
▶ Installeer een aardlekschakelaar die gebaseerd is op de normatieve
eisen van het land.
Als fabrikant achten wij het niet noodzakelijk de warmtepomp te gebrui-
ken via een aardlekschakelaar. Wanneer een aardlekschakelaar nodig is,
vanwege technische aansluitvoorwaarden van het plaatselijke enerigie-
bedrijf of de klant of vanwege het ontwerp van het gebouw, moet een
type AC/DC aardlekschakelaar worden geïnstalleerd voor de warmte-
pomp als beveiliging voor de speciale elektronica (omvormer).
Voordat u het toestel inschakelt, dient u te controleren of alle externe
aangesloten toestellen goed geaard zijn.
5.3.1
Aansluiten van de buiteneenheid
WAARSCHUWING
Brandgevaar!
Wanneer de aansluiting tussen binnen- en buiteneenheid niet correct is
kan opwarming of brand aan de aansluiting ontstaan.
▶ Gebruik de gespecificeerde kabel, sluit deze aan en zet deze goed
vast zodat de elektrische aansluiting niet wordt blootgesteld aan ex-
terne krachten.
OPMERKING
Storingen door elektrische interferenties!
Voedingskabels (230/400V) mogen niet naast CAN-buskabels (12V)
verlopen.
▶ Waarborg dat er een minimale afstand van 100 mm is tussen voe-
dingskabels en CAN-BUS-kabels.
Installatie
15