Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de
sluitertijd in te stellen
Opnamemodus:
• Het effect van de ingestelde diafragmawaarde en sluitertijd wordt niet toegepast op het
opnamescherm. Als u het effect wilt controleren op het opnamescherm, gebruikt u de
Preview-functie.
• De helderheid van het scherm kan afwijken van de werkelijk opgenomen beelden.
Controleer de helderheid van de beelden via het afspeelscherm.
• Wanneer u de diafragmawaarde en de sluitertijd instelt, wordt er een belichtingsmeter
weergegeven. Als diafragma en sluitertijd in rood worden weergegeven, hebt u de
belichting niet goed ingesteld.
• Als de juiste belichting niet wordt bereikt als u de ontspanknop half indrukt, ziet u de
numerieke waarden van diafragma en sluitertijd rood knipperen.
Foto's maken door de diafragmawaarde in te stellen
(Lensopening-Prioriteit AE-modus)
Wanneer u de diafragmawaarde instelt, wordt de sluitertijd automatisch geoptimaliseerd
voor de helderheid van het onderwerp.
1
Stel de modusknop in op [
2
Draai het functiewieltje achterop of voorop om de
diafragmawaarde in te stellen
• De modus wordt elke keer geschakeld tussen diafragma-
instelling en belichtingscompensatie als u op het functiewieltje
achterop drukt. (Alleen wanneer [Belichtingsdraaiknop]
ingesteld op [OFF])
Diafragmawaarde
Belichtingsmeter
●
Wanneer u een lens met een diafragmaring gebruikt, stelt u de positie van de diafragmaring in op
[A] om de instellingen van het functiewieltje voorop/achterop te activeren. Op andere posities dan
[A] krijgt de instelling van de ring voorrang.
70
(→74)
]
(→49)
is
250
125
4.0
Opnamemodus
60
30
15
5.6
8.0
11