1) GEBRUIKSBESTEMMING
Dit product is alleen bedoeld voor het openen en sluiten van draaipoorten voor de doorgang van voertuigen, waarvan de afmetingen en
het gewicht beperkt zijn, zoals aangegeven in het hoofdstuk "Gebruiksbeperkingen van deze handleiding".
Elk ander gebruik is niet toegestaan.
Automatismi Benincà is niet aansprakelijk voor gebruik dat niet in overeenstemming is met deze instructies.
2) GEBRUIKSLIMIETEN
De tabel in Fig. 1 toont de maximale waarden (gewicht per vleugellengte) die zijn toegestaan voor BOB automatisering.
3) INLEIDING
• Lees vóór de installatie de onderstaande instructies.
• Het is ten strengste verboden om het product BOB 50M / BOB 50ME te gebruiken voor andere toepassingen dan die in deze
handleiding worden beschreven.
• Instrueer de gebruiker in het gebruik van het systeem.
• Overhandig de gebruiksaanwijzingen aan de gebruiker.
• Alle Benincà-producten worden gedekt door een verzekering die schade aan zaken of personen dekt, te wijten aan fabricagefouten,
op voorwaarde dat de CE-markering aanwezig is en originele Benincà-onderdelen worden gebruikt.
4) VOORAFGAANDE VERIFICATIES
Voordat u doorgaat met de installatie, is het van essentieel belang om enkele controles uit te voeren:
• Probeer de poort manueel te openen; de vleugels moeten moeiteloos en zonder weerstand bewegen tijdens de gehele beweging.
• Als de vleugel in een tussenstand blijft staan, mag deze niet bewegen.
• Scharnieren en onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn moeten perfect werken. Indien dit niet het geval is moet u de defecte on-
derdelen vervangen.
• De structuur van de poort moet sterk zijn en de vleugels moeten goed stijf zijn.
• Controleer, met volledig gesloten poort, of de vleugels over de gehele hoogte perfect in elkaar passen.
• De steunpijlers van de vleugels moeten geschikt zijn voor de bevestiging van de motorreductors.
• BOB heeft verstelbare mechanische stops zowel voor het openen als voor het sluiten, maar het is raadzaam om op de grond een
poortstop te voorzien voor de sluiting (Fig.1).
De betrouwbaarheid en veiligheid van de automatisering zijn afhankelijk van de staat van de poortconstructie.
Zorg ervoor dat u de nodige ruimte hebt om de aandrijving veilig en comfortabel te kunnen installeren.
5) DE AUTOMATISERING MONTEREN
Bepaal de hoogte van de automatisering vanaf de grond (plaats zo gecentreerd mogelijk ten opzichte van de poort en op een stevige
dwarsbalk). Las vervolgens plaat P volgens de afmetingen in Fig. 1.
Rekening houdend met de afmetingen in Fig. 1 en met de poort gesloten, last u de beugel S aan een dwarsbalk van de poort of aan
een ander stevig element; houd er rekening mee dat de aandrijving in deze toestand niet volledig aan het einde van zijn slag mag zijn.
Verwijder beschermkap C door schroef F los te draaien en zet de aandrijving vervolgens vast op plaat P aan de hand van schroef T en
moer D (Fig. 2).
Bevestig ten slotte de actuator aan plaat S met schroef V en sluitring R.
De boorgaten in de actuator (Fig.1a-1b) helpen u om te voldoen aan de optimale installatieafmetingen.
6) AFSTELLEN VAN DE MECHANISCHE STOPS
De aandrijving beschikt over mechanische stops die kunnen worden ingesteld voor openen en sluiten. De afstelling wordt uitgevoerd
door de mechanische blokken "Open" en "Close" op de juiste manier te plaatsen, zoals hieronder wordt getoond (Fig. 3):
1) Ontgrendel de aandrijving met behulp van de ontgrendelingshendel, zoals aangegeven in de gebruikershandleiding (p. 21-22).
2) Zet de poortvleugel in de gesloten stand.
3) Draai de schroeven V1 los en verplaats het blok "Close" totdat het op pin "P" rust, draai de schroeven V1 vast.
4) Zet de poortvleugel in de open stand.
5) Draai de schroeven V2 los en verplaats het blok "Open" totdat het op pin "P" rust, draai de schroeven V2 vast.
6) De automatische werking herstellen.
In het model BOB 50M zijn twee eindschakelaars gekoppeld aan de mechanische stops.
De microschakelaars worden iets voor de mechanische stop geactiveerd.
7) AANSLUITINGEN
1) U kunt de fitting voor de kabelmantel of kabelwartel PG11 of PG13.5 gebruiken dankzij de plaat P (Fig. 4). Wanneer het gekozen type
kabelwartel op de plaat is aangebracht, bevestigt u deze op de carter van de reductor met schroeven V.
2) Voer de kabel(s) in door ze onder het klemmenblok door te voeren zoals in Fig. 5, zodat er ruimte overblijft voor de condensator.
3) BOB 50M: voer de bedrading uit aan de hand van het schema in Fig.6a (gebruik van beide eindschakelaars). Als u alleen de
openingseindschakelaar of alleen de mechanische stops wilt gebruiken, wijzigt u de bedrading zoals in afbeelding 6b (alleen
openingseindschakelaar) of 6c (alleen mechanische stops).
NB: In de aansluitingen van Fig. 6a en 6b mag de condensator in GEEN geval naar de regeleenheid worden verplaatst, terwijl
in de aansluiting van Fig. 6c de condensator wel naar de regeleenheid kan worden verplaatst.
4) BOB 5ME: voer de bedrading uit aan de hand van het schema van Fig. 6d.
5) Het is verplicht om te aarden via de GND-klem.
10