5
Inbedrijfstelling
Zodra de spanning, sensoren en leidingen naar behoren zijn aangesloten, kan de unit
in bedrijf genomen worden. De unit wordt afgeleverd volgens specificaties. Dit
betekent dat de gekozen extra opties zijn gemonteerd en de bijbehorende instellingen
zijn gemaakt.
De VitaLite-E en C wordt aangestuurd door de procesregeling. De procesregeling
bestaat uit een serie instellings- en uitleesmogelijkheden waarmee de unit bediend
wordt. Dit worden ook wel de regelingen genoemd.
Regelingen bepalen wanneer de controller een signaal geeft om een proces te starten.
Een deel van deze regelingen is afhankelijk van de aanwezige hardwareconfiguratie
en zullen eenmalig door de dealer/installateur worden ingesteld. Andere regelingen
kunnen door de gebruiker naar behoefte worden aangepast.
Tijdens de inbedrijfstelling controleert de dealer/installateur de unit en de instellingen
op basis van de specificaties. Als deze instellingen juist staan dan kan de unit
ingeregeld worden. Een deel van de instellingen moeten op dealerniveau
gecontroleerd worden. Deze instellingen zijn enkel nodig voor het inregelen van de
unit.
In dit hoofdstuk worden de verschillende hardwarematige en softwarematige
instellingen doorlopen.
5.1
Bedieningspaneel
Aan de voorkant van de kast bevindt zich het bedieningspaneel met toetsenbord en
display. Hiermee kan de unit bediend worden.
Figuur 5-1:
Toets
Bedieningspaneel VitaLite-E en C.
Beschrijving
Cijfertoetsen
Toetsen voor het wijzigen van instellingen.
Minteken-toets
Voor negatieve waarden.
Vitalite-E en C
43