9
Bij twee collectoren, plaats het
koppelstuk tussen de collectoren, deze
zit in de beschermhoeken van de
collector.
12
1.
2
.
Monteer de onderste afdekplaten.
Begin met de rechterplaat.
Haak de plaat eerst onder de collector
(1.) en monteer dan op de plek (2.).
15
2.
Zet de zijplaten vast.
Zorg ervoor dat de zijplaten tegen de
collector aan liggen.
18
Let op dat de afdekplaat om de
bovenrand van de collector heen
valt. Schuif dus voldoende ver naar
beneden! Het afdekrubber moet
strak zitten. Is dit niet zo, dan zit de
bovenplaat niet goed vast. Trek het
rubber met een schroevendraaier naar
voren (voor positie, zie detailaanzicht).
Nefit
Technisch Bulletin
10
2
Monteer de aanvoer- en retourleiding,
sluit de 2 overgebleven aansluitingen
af met afdichtdoppen en test op
dichtheid. Plaats de sensor (A) in de
collector met de aanvoerleiding.
13
Schroef de afdekplaten op de
gemarkeerde plekken vast. Reinig de
pannen onder het lood, verwijder het
beschermfolie van de loodslab en druk
de loodslab in model op de pannen.
16
1
.
Plaats de middelste afdekstrip.
De omgezette rand moet aan de
onderkant van de collectoren.
Werk van onder naar boven.
19
Zet de bovenste afdekplaten vast
zodanig dat deze niet meer omhoog
kunnen schuiven.
juni 2008
11
A
P
1
2
Monteer afdichtingsband aan de
onderzijde van de uitstaande rand van
de collector (zie detail). Aan de linker,
rechter en onderzijde.
14
Plaats de rechter en linker afdekplaat.
Plaats eerst de 2 steunen in de
onderste collectorrand en klik daarna
de bovenkant erin en schuif deze op
de plaats (van boven naar beneden).
17
Plaats de bovenste afdekplaten en
begin hierbij met de rechterplaat.
Zorg ervoor dat ze goed in elkaar
zitten. Zie ook afbeelding 18.
20
Maak de pannen op maat en plaats
deze.
Let op: Zie afbeelding 2 voor
informatie over het doorslijpen van
pannen.
7
Afdichtingsband
2.
1.
3.
2.
1.