Wassen
Doseren
Wassen en verwar-
men
Afvoer met bewe-
ging
Centrifugeren
Functiecombinaties U kunt de watertoevoer, dosering, wassen en verwarmen in een wille-
46
De dosering van de verschillende doseerpompen kan worden inge-
steld.
Deze functie is alleen mogelijk als in het exploitatieniveau de con-
nectorbox, de doseerpompen en de automatische dosering zijn ge-
selecteerd (zie het hoofdstuk "Exploitatieniveau").
Druk op de functietoets Doseren.
Kies de gewenste doseerpomp en de gewenste dosering, bijv.
50 ml
.
Bevestig uw keuze door op de sensortoets Uitvoeren te drukken.
Druk op de sensortoets
Het wasprogramma wordt gestart of voortgezet.
U kunt het toerental, ritme en de temperatuur instellen.
Druk op de functietoets
Kies de gewenste instellingen.
Bij de meerkeuzemogelijkheid verschijnt de gekozen instelling in de
kleur oranje.
Bevestig uw keuze door op de sensortoets
Druk op de sensortoets
Het wasprogramma wordt gestart of voortgezet.
U kunt het afvoertraject, toerental en ritme instellen.
Druk op de functietoets
Kies de gewenste instellingen.
Bij de meerkeuzemogelijkheid verschijnt de gekozen instelling in de
kleur oranje.
Bevestig uw keuze door op de sensortoets
U kunt het toerental instellen.
Druk op de functietoets
Kies de gewenste waarde.
Bevestig uw keuze door op de sensortoets
Druk op de sensortoets
Het wasprogramma wordt gestart of voortgezet.
keurige combinatie* tegelijkertijd kiezen.
Start/Stop
.
Wassen en verwarmen
Uitvoeren
Start/Stop
.
Afvoer met beweging
Uitvoeren
Centrifugeren
.
Uitvoeren
Start/Stop
.
D1
.
te drukken.
.
te drukken.
te drukken.