92 - Internet en online-veiligheid
Onderdelen van een draadloos LAN
Voor het instellen van een draadloos thuisnetwerk hebt u het volgende
nodig:
Toegangspunt (router)
Toegangspunten (routers) zijn tweezijdige ontvangers die data
uitzenden naar de directe omgeving. Access points (toegangspunten)
fungeren als mediator tussen bekabelde en draadloze netwerken. De
meeste routers hebben een ingebouwde DSL-modem waardoor u
toegang kunt krijgen tot een high speed DSL-internetverbinding. De ISP
(internetaanbieder) die u hebt gekozen, levert doorgaans een modem/
router bij een abonnement op hun diensten. Lees de documentatie die
bij uw toegangspunt/router is geleverd zorgvuldig door voor
gedetailleerde setupinstructies.
Draadloze adapter
De meeste computers beschikken over een draadloze module en een
Wi-Fi-knop waarmee de draadloze netwerkverbinding in of uit kan
worden geschakeld. U kunt met de netwerkbeheeropties het draadloze
netwerk in- of uitschakelen of bepalen wat via het netwerk wordt
gedeeld.
Waarschuwing
Het gebruik van draadloze apparaten in een vliegtuig is mogelijk verboden.
Schakel alle toestellen uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat; ze
kunnen schadelijk zijn voor de apparatuur van het vliegtuig, communicatie
verstoren en zelfs illegaal zijn. Vraag na het opstijgen aan het cabinepersoneel
of u Wi-Fi mag inschakelen.
Surf op internet!
Om te kunnen internetten, hebt u een internetbrowser nodig. [Microsoft
Edge] (Microsoft Edge) is een programma waarmee u veiliger en
gemakkelijker kunt internetten. Nadat u uw internettoegang hebt
ingesteld en verbinding hebt met internet, klikt u in het [Start Menu]
(Startmenu) op de Microsoft Edge-tegel of op het pictogram op de
taakbalk en u kunt internet op een geheel nieuwe manier gaan beleven!