Deze computer heeft een ingebouwde energiebeheereenheid die de
systeemactiviteit controleert. Onder systeemactiviteit valt activiteit van
één of meer van de volgende apparaten: toetsenbord, muis, harde schijf,
randapparatuur aangesloten op de computer en videogeheugen.
Wanneer er geen activiteit gedetecteerd wordt gedurende een bepaalde
periode, schakelt de computer enkele of alle apparaten uit om energie te
besparen.
Energie besparen
Snel opstarten uitschakelen
Uw computer gebruikt Snel opstarten om een snelle opstart te maken,
maar gebruikt ook een kleine hoeveelheid energie om op signalen voor
opstart te controleren. Door deze controles zal de batterij van de
computer langzaam leeg raken.
Wanneer u de energiebehoeften van uw computer en de schade voor
het milieu wilt beperken, dient u Snel opstarten uit te schakelen:
Opmerking
Wanneer Snel opstarten uitgeschakeld is, zal de computer meer tijd gebruiken
om op te starten vanuit de [Sleep] (Slaapstand).
Uw computer zal evenmin opstarten wanneer deze een instructie voor
opstarten ontvangt via een netwerk (Wake on LAN).
1. Druk op de Windows-toets of gebruik de knop Windows [Start]
(Start) en kies vervolgens [Settings] (Instellingen) > [System]
(Systeem) > [Power & sleep] (Energie en slaapstand).
2. Kies [Additional power settings] (Extra energie-instellingen).
3. Selecteer [Choose what the power buttons do] (Het gedrag van de
aan/uit-knoppen bepalen).
E
N E R G I E B E H E E R
Energiebeheer - 57