Navigatie-instellingen
Instellingen voor navigeren met de auto
Selecteer Extra > Instellingen > Navigatie >
Auto.
nüRoute
•
: hiermee stelt u routevoorkeuren
™
voor routes per auto in
Kaartdetail: hiermee stelt u het detailniveau
•
voor de kaart in. Als er meer details worden
weergegeven, wordt de kaart mogelijk
langzamer opnieuw getekend.
Kaartweergave: hiermee stelt u het
•
perspectief voor de kaart in.
Kaartthema: hiermee kunt u de kleuren van
•
de kaartgegevens wijzigen.
•
Kaartgegevensopmaak: hiermee stelt u
in hoeveel gegevens op de kaart worden
weergegeven.
•
Voertuig: hiermee kiest u een ander
pictogram voor het aangeven van uw
positie op de kaart. Ga naar
www.garmingarage.com
pictogrammen.
•
Reislog: hiermee toont u de afgelegde weg
op de kaart.
Garmin fleet 590 gebruikershandleiding
(pagina
34).
voor meer
Het kaartperspectief wijzigen
1
Selecteer Extra > Instellingen > Navigatie
> Auto > Kaartweergave.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Koers boven om de kaart
•
tweedimensionaal met uw reisrichting
bovenaan weer te geven.
Selecteer Noord boven om de kaart
•
tweedimensionaal weer te geven, met
het noorden bovenaan.
Selecteer 3D om de kaart
•
driedimensionaal weer te geven.
Instellingen voor voetgangers
Selecteer Extra > Instellingen > Navigatie >
Voetganger.
Lopen beperken: hiermee stelt u in welk
•
gedeelte van de route met het openbaar
vervoer u lopend wilt afleggen.
Openbaar vervoer: hiermee vermijdt u
•
geselecteerde typen openbaar vervoer.
•
Reislog: hiermee toont u de afgelegde weg
op de kaart.
Het toestel aanpassen
33