De LCD-monitor gaat uit ook al staat het toestel aan.
•
De LCD-monitor gaat uit en de statusindicator gaat branden wanneer [AUTO LCD UIT]
geselecteerd is voor de [BESPARING] functie.
[Dit gebeurt niet wanneer u een AC-adapter gebruikt (optioneel).]
Als de resterende batterijstroom laag is, zou het langer kunnen duren de flits op te laden en zou de
tijd dat de LCD-monitor uitstaat langer kunnen worden.
De LCD-monitor wordt even donkerder of helderder.
•
Dit gebeurt als u tot de helft op de ontspanknop drukt om de lensopening in te stellen en heeft geen
invloed op de beelden.
De LCD-monitor knippert binnenshuis.
•
De LCD-monitor kan enkele seconden lang knipperen nadat u het toestel binnenshuis aanzet in
fluorescerend licht.
De LCD-monitor is te helder of te donker.
> Stel de helderheid van het scherm af.
•
[SPANNING LCD] of [GR. KIJKHOEK] is geactiveerd.
Er verschijnen zwarte, rode, blauwe en groene stippen op de LCD-monitor.
•
Dit is geen storing.
Deze pixels beïnvloeden de opgenomen beelden niet.
Ruis op de LCD-monitor.
•
In donkere plaatsen, kan ruis verschijnen om de helderheid van de LCD monitor te behouden. Dit
beïnvloedt de beelden die u aan het maken bent niet.
De flits is niet geactiveerd.
•
Staat de flitsinstelling op [Œ]?
> De flitsinstelling wijzigen.
•
De flitsfunctie is niet beschikbaar wanneer auto bracket
[OPNAME] functiemenu ingesteld is.
De flits wordt 2 keer geactiveerd.
•
De flits wordt twee maal geactiveerd wanneer de rode-ogenreductie
Overige
LCD-monitor
(P28)
Flits
(P52)
- 138 -
(P29)
(P60)
of [BURSTFUNCTIE]
(P53)
(P30)
(P87)
in
ingesteld is.