7. Overige functies
7.1 "REL" functie
Druk de "REL ∆" knop in om deze functie te activeren en de meetwaarde op te slaan en in de
verdere meting het verschil tussen de opgeslagen en gemeten waarde te tonen. (In elke
meetfunctie behalve de doorbeltest)
Het meetbereik wordt vastgezet als de REL functie is geactiveerd en het meetbereik zal
tussen de originele waarde en de volle schaal zijn. (Behalve bij de capaciteitsmeting).
Druk nogmaals op de "REL ∆" knop om de functie uit te schakelen
"∆"verschijnt in het display
indien "REL ∆" wordt geactiveerd
7.2 Lage batterij indicatie
"BATT" verschijnt in het display
Als de voedingspanning daalt onder 2.3V±0.1V
11