Servicehandboek KE 315-4-2T
3.3
Elektronische besturing
De besturing bestaat uit twee modules. De bedienings- en indicatiemodule is ondergebracht in de kast
van het bedieningspaneel. Aan deze module zitten de ingangen van de NTC-voeler en van het
deurcontact. De elektrische voedingsmodule zit onder een afdekking in de machineruimte. Hier gebeurt
de aansturing van alle lastonderdelen en de spanningsvoeding van de bedieningsmodule.
3.4
Temperatuurindicatie
Bij de temperatuurindicaties gaat het om gecorrigeerde temperatuurmeetwaarden. Een wijziging van de
temperatuurindicatie gebeurt alleen in stappen van 1 K. De snelheid van de verandering van de indicatie
is afhankelijk van de gemeten temperatuur van de binnenruimte van de vakken. Voor het koelvak
bedraagt ze 2 min per 1K bij binnenruimtetemperaturen boven 16 °C, daaronder om de 10 min 1 K. In
het vriesvak wordt de indicatie tot 0°C 1K per 2 min gewijzigd, daaronder 1K in 10min. Temperaturen
boven 19°C worden voorgesteld als "—".
3.5
Alarmfunctie
Als de temperatuur in het vriesvak boven -13°C stijgt, dan wordt het akoestische alarm geactiveerd. De
indicatie voor het vriesvak begint te knipperen en daartussenin weerklinkt de alarmzoemer. De alarm-uit
temperatuur ligt bij -18°C. De warmste temperatuur die in het vriesvak werd bereikt wordt opgeslagen
in het Memory-geheugen. Door de Alarm-uit/Memory toets in te drukken wordt de opgeslagen
temperatuur gedurende 5s getoond en de alarmzoemer uitgeschakeld. Het geheugen wordt door het
oproepen gewist. Tijdens het Superprogramma wordt de alarm-aan temperatuur verhoogd tot -4°C.
3.6
Koelvak-ontdooiing
Bij ingebruikname van het apparaat wordt na 3h 20min een ontdooifase gestart. Daarna wordt om de
8 uur ontdooid. Als de verdichter op dit moment juist het koelvak voedt, dan wordt de ontdooifase max.
56min vertraagd. Het koelvak wordt eerst gedurende 16 min niet gevoed, dan wordt zo lang gewacht tot
de ruimtevoeler 8°C heeft bereikt of tot er 135min zijn vergaan. Tijdens de ontdooifase en 100min
± 20min daarna wordt de laatst getoonde waarde bijgehouden in de temperatuurindicatie. Het vriesvak
wordt tijdens de ontdooifase van het koelvak doorgeregeld.
3.7
Superbedrijf vriesvak
Het invriesprogramma wordt gestart met de VV-SUPER toets. De SUPER-LED licht op en de verdichter
gaat over op continu bedrijf. De voorrangschakeling van de koelvakken blijft niettemin actief. De alarm-
aan temperatuur wordt verhoogd tot -4°C. Als de SUPER toets opnieuw wordt ingedrukt of er binnen
26h geen waren werden ingelegd, gaat het apparaat over op regelbedrijf. Als na het inbrengen van
waren weer -25°C bereikt is, echter ten laatste na 26h, volgt de terugschakeling op het regelbedrijf. De
elektronica herkent het inleggen van waren aan een temperatuurstijging van 4K en een verwarming
boven -24°C.
Alleen voor intern gebruik
9