AANZETTEN
1.
Plaats de voetstuk op een stabiele, vlakke ondergrond.
2.
Steek de stekker van de voetstuk in het stopcontact.
3.
Zet de waterkoker op de voetstuk.
4.
Zet de schakelaar op I. Het lampje zal oplichten.
UITSCHAKELEN
1.
De waterkoker schakelt uit wanneer het water kookt.
2.
Om het apparaat uit te schakelen, zet u de schakelaar op O of haalt u de ketel uit het
voetstuk.
ALGEMEEN
•
Het is mogelijk dat er condens op de voetstuk van de waterkoker ontstaat. Maakt u zich
geen zorgen, dit wordt veroorzaakt door de stoom die de waterkoker automatisch
uitschakelt. De stoom condenseert en komt vrij via de luchtopeningen onder de
waterkoker.
•
Het kan zijn dat u op de bodem van de waterkoker enige verkleuring aantreft. Ook hier
hoeft u zich geen zorgen om te maken, dit komt door de verbinding van het
verwarmingselement met de bodem van de waterkoker.
DROOGKOOKBEVEILIGING
Als uw waterkoker droogkookt, wordt deze automatisch uitgeschakeld door een beveiliging.
Als dit gebeurt, trekt u de stekker van uw waterkoker uit het stopcontact en laat hem afkoelen
tot de blokkering zichzelf opheft. Door uw waterkoker te laten droogkoken, wordt de
levensduur van het element verkort.
ZORG EN ONDERHOUD
1.
Haal de stekker van de voetstuk uit het stopcontact en laat de waterkoker afkoelen
voordat u hem reinigt.
2.
Neem alle oppervlakken af met een schone vochtige doek.
3.
Open het deksel.
4.
Duw de haak boven op de filter omlaag en haal vervolgens de filter uit de ketel (fig. A).
5.
Gebruik een zachte borstel en spoel het filter onder de kraan uit.
6.
Verlaag het filter in de ketel, en plaats de haak aan de onderkant in de onderkant van de
schenktuit.
7.
Druk de bovenkant van de filter naar de ketel om de haak op zijn plaats te laten
vergrendelen.
8.
Sluit het deksel.
Ontkalk het apparaat regelmatig (tenminste één keer per maand).
Gebruik een geschikte ontkalker. Volg de instructies die bij de ontkalker worden meegeleverd.
Voor geretourneerde producten die onder de garantie vallen en waarbij defecten zijn
opgetreden als gevolg van kalkaanslag, worden reparatiekosten in rekening gebracht.
RECYCLING
W
Om milieu- en gezondheidsproblemen door gevaarlijke stoffen te vermijden,
mogen apparaten en oplaadbare en niet oplaadbare batterijen met een van
deze symbolen niet samen met het huishoudelijk afval worden verwijderd.
Breng elektrische en elektronische producten en, indien van toepassing,
oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen, altijd naar een officieel recycling-/
inzamelpunt.
10