D Wasmiddel doseren
Houd bij de dosering rekening met de
mate van verontreiniging en met de wa-
terhardheid.
Bij te weinig wasmiddel
– wordt het wasgoed niet schoon en
na verloop van tijd grauw en hard.
– ontstaan er vetbolletjes in de was.
– ontstaat er kalkafzetting op de ver-
warmingselementen.
Bij te veel wasmiddel
– treedt er sterke schuimvorming op,
waardoor de mechanische waswer-
king afneemt en de was niet goed
wordt gereinigd, gespoeld en gecen-
trifugeerd.
– wordt het milieu onnodig belast.
Meer informatie over wasmiddelen en
doseringen vindt u in het hoofdstuk
"Wasmiddel".
Het gebruik van de wasautomaat
^ Trek de wasmiddellade open en vul
de juiste vakjes.
i = Wasmiddel voor de voorwas
1
(
heid voor de hoofdwas)
j = Wasmiddel voor de hoofdwas
§
= Wasverzachter, appreteermid-
del of vloeibaar stijfsel
^ Sluit de wasmiddellade.
/
van de aanbevolen hoeveel-
4
19