Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Optische Brandmelder Met; Installatie - Nexa -005 Handleiding

Optische brandmelder met ingebouwde batterij voor 5 jaar
Inhoudsopgave

Advertenties

NEDERLANDS
Model: Nexa-005

OPTISCHE BRANDMELDER met

ingebouwde batterij voor 5 jaar
Deze folder met instructies bevat belangrijke informatie
voor het correct installeren en onderhouden van de
rookmelder. Lees de hele folder vóór de installatie en
bewaar de folder voor toekomstig gebruik.
De Nexa-rookmelder KD-134A is ontworpen
om rookdeeltjes te detecteren en vroegtijdig te
waarschuwen in geval van brand (mits correct geplaatst
en onderhouden).
TECHNISCHE GEGEVENS
Nexa-005
Batterij
3 V-lithiumbatterij (ingebouwd)
Tot 10 jaar
Batterijlevensduur
Garantie
5 jaar
Alarmsignaal
85 dB (A) bij 3 meter
Bedrijfstemperatuur
0 °C – 40 °C
Luchtvochtigheid
10 – 90% RH
Gevoeligheid voor rook
0,08 – 0,18 db/m
KENMERKEN
• Optische sensor die smeulende brand detecteert
• LED-controlelampje voor alarm en spanning
• Waarschuwing voor laag batterijniveau
• Ingebouwde lithiumbatterij (CR-123A) met 5 jaar
garantie
• Wordt geleverd met benodigdheden voor de montage
• 85 dB-alarmsignaal
• Pauzefunctie
• Stofkap inbegrepen
BELANGRIJK
• Verwijder of ontkoppel de batterij niet om een vals
alarm te stoppen. Open het raam of ventileer lucht
rond de rookmelder om het alarm te stoppen en/of
druk op de pauzeknop.
• De rookmelder is bedoeld voor gebruik in
eengezinswoningen.
• Deze rookmelder is niet geschikt voor gebruik
in niet-residentiële gebouwen. De rookmelder
is geen vervanging voor een door de wet of de
brandweerdienst voorgeschreven volwaardig
alarmsysteem.
• De rookmelder detecteert verbrandingsdeeltjes in de
lucht (rook). Hij reageert niet op vlammen of gas.
• De rookmelder is ontworpen om een alarmsignaal te
produceren als er brand ontstaat.
PLAATSING VAN DE ROOKMELDER
De rookmelder kan alleen vroegtijdig waarschuwen als
hij geïnstalleerd is waar de brand zich voordoet. Nexa
adviseert daarom een rookmelder te installeren in elke
kamer en op alle verdiepingen.
Woning met één verdieping: Voor een minimumniveau
van bescherming plaatst u het alarm in de hal tussen
de woonvertrekken (inclusief de keuken) en de
slaapvertrekken. Plaats hem zo dicht mogelijk bij de
woonruimten en zorg ervoor dat het alarm hoorbaar is in
de slaapkamers. Zie het voorbeeld in afbeelding 1.
Woning met meerdere verdiepingen: Plaats voor
een minimumniveau van bescherming een alarm in de
trapruimte (begane grond), een alarm op de overloop
boven de trap plus een alarm in het plafond van de kelder
onderaan de trap. Dit dekt de kelderverdieping maar niet
de kruipruimte en niet-ingerichte zolders.
Zie het voorbeeld in afbeelding 2.
Plaatsing in het plafond
Aangezien hete rook opstijgt en zich verspreidt, is het
raadzaam om de melder op een centraal punt aan het
plafond te monteren. Vermijd gebieden waar de lucht niet
circuleert, bijv. in hoeken. Houd het ook uit de buurt van
voorwerpen die een vrij luchtstroom kunnen belemmeren.
Plaats de melder op minimaal 30 cm afstand van
armaturen of voorwerpen in het interieur die kunnen
voorkomen dat rook/hitte de detector bereiken.
Plaats hem op een afstand van minstens 1 meter van de
wand. Zie afbeelding 3A.
Keuken
Slaapkamer
Badkamer
Hal
Keuken
Slaapkamer
Badkamer
Slaapkamer
Hal
Slaapkamer
Slaapkamer
Woonkamer
Slaapkamer
Slaapkamer
Woonkamer
Slaapkamer
AFB. 1. Woning met één verdieping
Slaap-
Overloop
Badkamer
kamer
Slaap-
Overloop
Badkamer
kamer
Keuken
Hal
Woonkamer
Minimum beveiliging
Keuken
Hal
Woonkamer
Kelder
Maximum/aanbevolen
Minimum beveiliging
beveiliging
Kelder
Maximum/aanbevolen
beveiliging
AFB. 2. Woning met meerdere verdiepingen
PLAATSING AAN PLAFOND EN AAN WAND
Minimaal 1 meter
PLAFOND
Minimaal 1 meter
Bij voorkeur in het
PLAFOND
90 cm
midden van de ruimte
Min.
15 cm
Bij voorkeur in het
90 cm
midden van de ruimte
Max.
Min.
30 cm
15 cm
WAND
Max.
AFBEELDING 3A
AFBEELDING 3B
30 cm
WAND
Wandmontage, wanneer plafondmontage niet
mogelijk is.
Installeer de melder niet ver in een hoek. Plaats de
bovenkant van de rookmelder minstens 15 cm en
hoogstens 30 cm vanaf het plafond. Zie afbeelding 3A.
Aan hellend plafond
Op hellende oppervlakken of plafonds die omhoog gaan
tot in de nok, moet de detector 90 cm van het hoogste
horizontaal gemeten punt worden bevestigd, omdat
stilstaande lucht onder de nok kan voorkomen dat rook
het apparaat bereikt. Zie afbeelding 3B.
OPMERKING: Voor de aanbevolen/minimale bescherming
dient er in elke ruimte een alarm te zijn (behalve in de
keuken, badkamer en garage). INSTALLEER GEEN
ALARM IN DE KEUKEN of BADKAMER, aangezien
kookdampen of stoom het alarm kunnen activeren.
INSTALLEER GEEN ALARM IN DE GARAGE vanwege het
risico dat het wordt geactiveerd door de uitlaatgassen.

INSTALLATIE

1. Verwijder de montageplaat aan de achterkant van de
rookmelder.
2. Trek het batterijstaafje naar rechts en druk het lipje in
de gleuf in het midden. Dit activeert de batterij.
3. Test de rookmelder. Zie het hoofdstuk TESTEN
4. Monteer de bevestigingsplaat op de gewenste plaats
op het plafond. Plaats de rookmelder zorgvuldig.
5. Plaats de rookmelder op de bevestigingsplaat en draai
hem rechtsom tot hij in positie klikt.
6. Druk de testknop in om te controleren of de rookmelder
correct werkt.
TESTEN
• Test de werking zowel voor als na de installatie om er
zeker van te zijn dat alles naar behoren werkt.
• Druk op de testknop: de rookmelder geeft een
alarmsignaal af en het rode LED-controlelampje
knippert snel.
• Test uitsluitend met de testknop. Gebruik nooit open
vuur omdat dit de rookmelder onherroepelijk kan
beschadigen.
• Test uw rookmelders periodiek eens per maand.
WERKING
• Het rode LED-conterolelampje knippert één maal per
minuut, wat aangeeft dat de batterij is opgeladen en
dat de status OK is.
• Bij alarm produceert het apparaat een luid pulserend
signaal en het rode LED-controlelampje knippert snel.
• Als de batterij bijna leeg is, geeft de rookmelder om de
43 seconden een kort signaal af.
PAUZEFUNCTIE
De rookmelder heeft een gecombineerde knop voor de
test- en pauzefunctie. Met de pauzefunctie kunt u het
alarmsignaal uitschakelen als de melder geactiveerd is
door een loos alarm. U activeert de pauzefunctie met een
druk op de test-/pauzeknop. Het rode LED-controlelampje
knippert om de 10 seconden om aan te geven dat de
modus actief is. De rookmelder keert na ongeveer 9
minuten automatisch terug naar de normale modus.
ALARMGEHEUGEN
De rookmelder heeft een alarmgeheugen dat aangeeft of
er een alarm is afgegaan. Het groene LED-controlelampje
knippert dan 24 uur lang eens in de 43 seconden. Om
dit eerder te beëindigen, drukt u op de testknop. De
rookmelder keert dan terug naar de normale modus en het
geheugen wordt gereset.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave