8.2
CV-systeem configureren
Installateursniveau: Systeemconfiguratie
Een installatievoorbeeld vindt u in
hoofdstuk 2.5 op pagina 10. Andere
voorbeelden vindt u in de handlei-
ding van de IPM of in de plannings-
documentatie.
Gebruik dit menu wanneer u het systeem auto-
matisch of handmatig wilt configureren, b.v. bij
de inbedrijfstelling of bij verandering van de in-
stallatie.
Aansluitsoort voor de instelling van het type
•
verbinding met de Heatronic 3.
Automatisch Systeemconf. starten voor star-
•
ten van automatisch configureren.
Configuratie warm water voor de handmati-
•
ge configuratie van het warmwatersysteem.
Configuratie CV circuit voor de configuratie
•
van het toegekende CV-circuit.
Circulatiepomp: deze menuoptie is alleen be-
•
schikbaar, wanneer een circulatiepomp in het
warmwatersysteem is geïnstalleerd.
Codering CV circuit voor de keuze van het
•
toegekende CV-circuit (1 ... 10)
6 720 800 806 (2012/02)
Instellen van de menu's INSTALLATEURSNIVEAU (alleen voor de installateur)
Ga als volgt te werk bij de eerste inbedrijfstelling
van een CV-installatie:
B Stel de codering van alle BUS-deelnemers in
overeenkomstig de functie (b.v. IPM 1 voor
CV-circuit 1, enz.).
B Automatisch configureren starten.
B Controleer de andere menuopties onder Sys-
teemconfiguratie en pas deze indien nodig
handmatig aan op de huidige installatie.
Het solarsysteem van de CV-instal-
latie moet handmatig worden ge-
configureerd (
blz. 49). Bij de automatische sys-
teemconfiguratie van het CV-sys-
teem wordt het solarsysteem niet
geconfigureerd.
Menustructuur en instelbereiken
hoofdstuk 8.4,
pagina 44.
47