Bediening
– Uit: de interne warmtewisselaar in het CV-
toestel blijft niet opgewarmd (eco-bedrijf),
daardoor wordt energie bespaard. In eco-
bedrijf staat warm water pas na langere
warmwatervraag ter beschikking.
Bij ketels met aangesloten tapwaterboiler
•
stelt het tapwaterprogramma de gewenste
temperatuur (streeftemperatuur) van het
water in.
– Wanneer de in de boiler gemeten tempera-
tuur lager ligt dan de gewenste tempera-
tuurwaarde, dan wordt de boiler
bijverwarmd.
– Wanneer de gewenste temperatuurwaarde
is bereikt (of overschreden), dan wordt
niet bijverwarmd.
Wanneer door het warmwaterpro-
gramma van een hoge naar een la-
gere temperatuur wordt
overgeschakeld, dan koelt het wa-
ter in de boiler niet direct af maar
er blijft zelfs nog langere tijd warm
water beschikbaar. Naverwarmen
van de boiler vindt pas plaats wan-
neer de nieuwe gewenste tempera-
tuurwaarde wordt onderschreden.
Circulatieprogramma
Het circulatieprogramma bepaalt, wanneer de
circulatiepomp voor de warmwatercirculatie
draait.
20
5.2
Weergave in het display en navi-
geren in het menu
De bediening van de kamertemperatuurgestuur-
de CV-regelaar FR 120 is in de vorm van een zoge-
naamd menu uitgevoerd. Binnen dit menu zijn de
verschillende functies in een boomstructuur ge-
rangschikt. Voor een beter overzicht is het menu
in drie delen (HOOFDMENU, INFO, INSTALLA-
TEURSNIVEAU) opgedeeld. Ieder deel kan via
een eigen toets worden opgeroepen. De gehele
menustructuur vindt u in de hoofdstukken 6.1, 7
en 8.1.
Zo beweegt u zich binnen het menu:
Met
roept u het HOOFDMENU op. Bent
•
menu
u al op een willekeurige lokatie in HOOFDME-
NU ga dan met
menu
play.
Met
roept u het menu INFO op. Bent u al
info
•
op een willekeurige lokatie in het menu INFO-
ga dan met
info
Door indrukken van
•
3 seconden roept u het menu INSTALLA-
TEURSNIVEAU op. Bent u al op een willekeu-
rige lokatie in het menu INSTALLATEURSNI-
VEAU ga dan met
display.
Het geselecteerde menupunt/parameter
•
wordt
weergegeven.
invers
Pijlen aan de linker rand geven aan, dat er nog
•
meer tekst in het display is. Dit kan via
worden weergegeven.
Met
wordt het bij het gekozen menu-
•
punt/parameter behorende submenu opge-
roepen of de instelmodus voor de parameter
wordt geactiveerd (de parameterwaarde knip-
pert).
Een knipperende parameterwaarde (b.v. scha-
•
keltijd of bedrijfsstand)
– kan door
– kan met
naar basisinstelling).
naar het standaard dis-
naar het standaard display.
gedurende minimaal
menu
naar het standaard
menu
worden veranderd.
worden gewist (teruggezet
6 720 800 806 (2012/02)