Machine Translated by Google
Installatie van pijpen
Overmatige waterstroming kan het volgende tot gevolg hebben:
-Trillingen in de verwarmingselementen met geluid en verminderd
levensduur als resultaat.
- Onnodige slijtage van de systeemcomponenten.
Systeemprincipes
De getoonde cijfers zijn systeemprincipes. Het eigenlijke systeem
moet worden geïnstalleerd volgens de bestaande normen.
Eventuele extra apparatuur moet worden geïnstalleerd volgens
de instructies van de fabrikant.
Open systeem
De veiligheidsleiding van de ketel moet in een ononderbroken, niet-
afsluitbare afstand worden aangesloten op een expansievat, geïnstalleerd
op het hoogste punt van het verwarmingssysteem.
Expansievaten zijn zo gedimensioneerd dat ze veranderingen in het
watervolume als gevolg van verwarming en koeling kunnen opvangen.
Expansievaten, veiligheidsleidingen, beluchtings- en
overloopleidingen moeten zodanig worden geïnstalleerd dat ze
beschermd zijn tegen bevriezing.
Om oxygenatie van het water te voorkomen, mag de afstand
tussen het hoogste punt van het verwarmingssysteem en het
expansievat niet minder dan 2,5 meter bedragen.
De drukhoogte moet hoger zijn dan de laagste statische druk van de
pomp aan de lage kant.
Om schade bij eventuele verstopping van het
expansiesysteem te voorkomen, dient de ketel te
worden voorzien van een veiligheidsklep.
De ontluchter op de veiligheidsleiding van de
ketel moet altijd open zijn. Anders verzamelt zich
lucht in de bovenkant van de ketel, wat tot storingen
leidt omdat de vlotterschakelaar wordt geactiveerd
vanwege een onvoldoende waterniveau.
Gesloten systeem zonder expansievat, >300 kW, ÿ105ºC
De openingsdruk van de veiligheidsklep
wordt bepaald door het onderdeel in het
systeem dat de laagste druk verdraagt.
Volgens SS EN 12828 moet de installatie het volgende omvatten:
- Minimaal één veiligheidsklep min DN 15, met voldoende
afblaascapaciteit bij de bedrijfsdruk van de installatie.
- Twee drukbewakers, waarvan één met nulspanningsvrijgave.
- Lagedrukbeveiliging bij droogkookgevaar, alternatief voor
niveauschakelaar.
- Twee temperatuurbewakers, STB.
- Stromingsbeveiliging als de ketel geen nuldebiet aankan.
- Klep voor expansievat, moet in open stand vergrendeld zijn.
- Bij ketels die hoger geplaatst zijn dan verbruikers is een
niveaubewaking vereist
De ketel: - kan vanuit veiligheidsoogpunt omgaan met nuldebiet
- heeft twee ingebouwde temperatuurbewakers.
- heeft een ingebouwde niveausensor.
- Kan worden geleverd met in de fabriek geïnstalleerde
veiligheidsuitrusting.
Veiligheidskleppen zijn voorzien van drukbewakers en een automatische
ontluchtingsklep op de veiligheidsleiding van de ketel.
De afvoerleiding van de veiligheidsklep moet naar een veilige
plaats leiden in overeenstemming met de eisen van SS EN 12828.
Normaal gesproken betekent dit aan de buitenzijde van het gebouw of
in een expansievat.
De afvoerleiding vanaf de veiligheidsklep moet zodanig zijn
gedimensioneerd dat de afblaascapaciteit niet wordt belemmerd.
De afvoerleiding moet zo worden aangelegd dat deze niet kan bevriezen, moet goed
worden gereinigd en moet zo worden aangelegd dat er geen waterzakken kunnen
ontstaan. Als er gevaar bestaat voor stilstaand water in de uitlaatleiding van de
veiligheidsklep, moet er een afvoer van DN 10 worden voorzien.
De warmtebaron EP-900, -1080, -1200, -1400
ins
23