Aansluitingen
Belangrijk: om mogelijke schade aan uw luid-
sprekers of andere componenten in uw audio-
systeem te vermijden, raden wij u dringend aan
ALLE systeemcomponenten, inclusief de CDR 30,
volledig uit te schakelen alvorens verbindingen
worden gewijzigd of een nieuwe component
wordt geïnstalleerd.
Opstelling
De CD-loopwerken in de CDR 30 zijn precisie
instrumenten en zijn gevoelig voor interferentie
door trillingen. Om de kans op overslaan tijdens
afspelen of opnemen te minimaliseren is het aan
te bevelen het apparaat op een solide, horizon-
taal en trillingsvrij vlak op te stellen.
Wanneer de CDR 30 in een kast of een nauwe
ruimte, zorg er dan voor dat er voldoende plaats
is om de discladen volledig te openen en de
discs in te kunnen leggen.
Naast de veiligheidsvoorschriften beschreven op
pagina 4 wordt ook aangeraden de CDR 30 niet
in direct zonlicht te plaatsen, noch bloot te stel-
len aan extreme warmte of koude, aangezien dit
de in de speler gebruikte discs of de speler zelf
zou kunnen beschadigen. Audioversterkers of
receivers met groot vermogen en andere elektro-
nische apparaten kunnen veel warmte genere-
ren. Om die reden de CDR 30 niet rechtstreeks
boven op een versterker, receiver of andere
warmtebron plaatsen. Zorg ervoor dat er aan
alle kanten om de CDR 30 steeds minimaal 2 cm
vrije ruimte is om voor voldoende ventilatie te
zorgen.
Houd het apparaat altijd uit de buurt van water
en vocht.
Aansluiten op het audiosysteem
Het aansluiten van de CDR 30 is niet anders dan
het aansluiten van een standaard CD-speler of
een band- of cassetterecorder, plus eventueel de
digitale aansluitingen.
12 AANSLUITINGEN
Aansluiten weergavedeck
De aansluitingen ¡¢ª gemerkt "CDP" op
het achterpaneel betreffen de uitgangen van het
weergavedeck 3, dat functioneert als een
standaard CD-speler. Sluit de analoge CDP uit-
gangen links en rechts ¡ aan op de CD-ingang
van uw receiver, voorversterker of surround pro-
cessor.
Voor optimaal resultaat wordt een digitale ver-
binding aanbevolen, via de coax of optische ¢
ª outputs. Verbind deze met de overeenkomsti-
ge digitale aansluitingen op de receiver, voorver-
sterker, processor of externe digitale decoder.
Het is misschien nodig een instelling op de recei-
ver of de processor te veranderen om de digitale
ingang te verbinden met de "CD" functie of
ingangskeuze. Raadpleeg de handleiding van dat
apparaat; deze configuratie verschilt per appa-
raat.
Aansluiten opnamedeck
De aansluitingen ™£∞§¶• gemerkt
"CDR" op de achterzijde betreffen de in- en
uitgangen van het opnamedeck %.
Afhankelijk van de mogelijkheden van uw recei-
ver, voorversterker of processor is het meestal
het eenvoudigst de analoge in- en uitgangen te
verbinden met de aansluitingen voor taperecor-
der. Daar de functies van de CDR 30 overeenko-
men met die van een standaard cassettedeck,
ligt dat qua functie op receiver of voorversterker
ook meer voor de hand. Verbind de analoge
CDR uitgang ™ met de weergave ingang voor
Tape op de versterker of receiver. Verbind de
CDR ingang £ met de opname uitgang
Tape/rec op de versterker of receiver.
Om het signaal van het opnamedeck weer te
geven via de digitale decoder van een receiver of
externe processor, verbindt u de CDR Coax ∞
of Optische • digitale uitgangen met de juiste
digitale ingangen van de receiver of processor.
Mogelijk dient een instelling op de receiver of
processor veranderd te worden om de digitale
ingang te koppelen aan de 'Tape' functie of de
ingangskeuze met digitale signalen. Raadpleeg
de handleiding van uw receiver of processor,
daar deze configuratie per apparaat kan ver-
schillen.
Om op te nemen van externe digitale bronnen,
zoals CD, DVD of MD, worden de CDR Coax
ingangen §& of de CDR Optische
ingangen ¶^ van de CDR verbonden met de
overeenkomstige digitale uitgangen van de
receiver of processor. Heeft uw receiver geen
digitale uitgangen, verbind dan de coax ingang
§& of de CDR Optische ingangen ¶^
van de CDR 30 rechtstreeks met de overeen-
komstige digitale uitgang van de CD-speler of
ander digitale apparaat waarvan opgenomen
moet worden. De coax of optische digitale uit-
gang van een draagbare digitale CD- of MD-spe-
ler kan ook worden aangesloten op de juiste
digitale ingangen ^& op de voorzijde van
de CDR 30.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE VERBINDINGEN:
Coax verbindingen: let er vooral op aan de
digitale ingangen uitsluitend digitale signalen
toe te voeren, daar digitale coax aansluitingen
gebruik maken van dezelfde cinch pluggen als
standaard analoge signalen. Meestal zijn digita-
le aansluitingen herkendbaar aan een oranje
inzetringetje rond het midden van de ingang.
Gebruik bij het maken van digitale aansluitingen
uitsluitend coaxkabels, zoals er één bij de CDR
30 is gevoegd, of gebruik videokabels. Ondanks
het feit dat ze van dezelfde cinch pluggen zijn
voorzien, geen stereo audiokabels gebruiken:
deze zijn niet geschikt voor transport van digita-
le signalen. Heeft u vragen over het type kabel
voor gebruiken met de CDR 30, raadpleeg dan
uw dealer.
Optische verbindingen: Om zeker te zijn van
een goede verbinding met optische kabels deze
geheel in de aansluiting drukken tot u een klik
hoort. Dan weet u zeker dat de stekker er volle-
dig in zit. Denk eraan de plastic stofkapjes van
de optische aansluitingen te bewaren om ze
weer aan te brengen wanneer de aansluiting
niet gebruikt wordt. Dit om te verhinderen dat er
zich op het aansluitpunt stof ophoopt.