In een extreem geval:
Een door de regen nat geworden voertuig komt in een garage
met een klassiek voertuig. De ruimtetemperatuur is 4 °C. De
relatieve ruimteluchtvochtigheid binnen de garage stijgt snel
naar 95 %, door de verdamping van het water op het nog
warme, natte voertuig.
95 % relatieve luchtvochtigheid bij 4 °C betekent echter, dat
absoluut gezien slechts ca. 6 gram water per m³ is
opgenomen in de lucht, omdat fysisch niet meer kan worden
opgenomen.
Ter vergelijking:
Bij een ruimtetemperatuur van 21 °C is bij
95 % luchtvochtigheid 17 gram water per m³ opgenomen in de
lucht. Dit betekent voor elk 100 m³ ruimteluchtvolume in de
garage meer dan 1 liter puur water meer in de vorm van
waterdamp (t.o.v. bij 4 °C) in de lucht is opgenomen. Hierbij
ontstaan in de garage al snel enkele liters water! Dit betekent
natuurlijk dat de DH-VPR+ bij deze lage temperaturen vrijwel
geen water uit de ruimtelucht haalt, omdat deze hieraan niets
kan onttrekken. Er is gewoon zo goed als geen water gebonden
in de ruimtelucht. Daarom kan ook niet worden ontvochtigd.
Hoe hoger de ruimtetemperatuur, des te meer vocht
uit de ruimtelucht kan worden opgenomen
Ruimtetemperatuur
in de garage:
Relatieve
50%
luchtvochtigheid:
3 g/m³
In de ruimtelucht
Dampdrukverschil:
opgenomen water:
(Absolute
luchtvochtigheid)
Effect op het
Langzame drogings-
opdrogen van natte
voertuigen:
(klein dampdrukverschil)
De in het voorbeeld genoemde relatieve ruimteluchtvochtigheid
is met 95 % behoorlijk hoog. Corrosie bij het voertuig en
schimmelvorming op de wanden ontstaan onvermijdelijk. Om
het corrosieproces en schimmelvorming in gang te zetten, is
geen grote absolute waterhoeveelheid in de lucht nodig. Want
als het water in de vorm van damp is opgenomen, is dat al
voldoende, ook als het uitgedrukt in absolute getallen (g/m³)
slechts weinig is.
NL
4 °C
21 °C
95 %
50%
6 g/m³
9 g/m³ 17 g/m³
Dampdrukverschil:
3 g/m³
8 g/m³
Snelle drogingssnelheid
snelheid
(groot dampdrukverschil)
luchtontvochtiger / klimaatmanager DH 30 VPR+ / DH 60 VPR+
Hierbij komt nog een punt:
Door de geringe absolute dampdrukverschillen, verdampen de
waterdruppels op het natte voertuig niet. Het blijft nat, hoewel
de DH-VPR+ werkt. Ook hier hetzelfde gedrag: Lage
temperaturen, geringe absolute verschillen in het watergehalte
van de lucht (g/m³), ondanks grote relatieve verschillen.
De DH-VPR+ houdt het ruimteklimaat ook bij lage temperaturen
op het gewenste niveau. Komt hier bij deze lage
ruimtetemperaturen nieuw water in de vorm van natte
voertuigen bij en blijft de ruimtetemperatuur laag, droogt het
voertuig slechts zeer langzaam op en stijgt daarom de
luchtvochtigheid in en op het voertuig, ondanks ontvochtiging,
tot een corrosiegevaarlijk niveau. Drooghouden ja, snel
opdrogen is fysisch echter niet mogelijk.
Conclusie:
De opslag en tentoonstelling van klassieke voertuigen tijdens de
wintermaanden is met DH-VPR+ apparaten mogelijk tot 0 °C.
Dan dalen echter de capaciteitswaarden disproportioneel (zie
tabel Samenhang tussen de garagetemperatuur en de
drogingsduur).
Mocht de eis echter opslag en snel opdrogen van natte
voertuigen zijn, ook tijdens de wintermaanden, moet worden
verwarmd om de drogingssnelheid van het natte voertuig te
verkorten tot een tijd waarbij corrosie- en schimmelvorming
effectief worden verhinderd.
Mocht de garage met klassieke voertuigen het hele jaar worden
gebruikt en/of zich hierin regelmatig natte voertuigen bevinden,
raden wij een ruimtetemperatuur van minimaal 15 °C aan. Bij
95 %
het sporadisch inbrengen van water, hoeft niet doorlopend te
worden verwarmd. Hier volstaat een meerdaagse verwarming
naar 15 °C tot 20 °C tijdens de drogingsfase. Daarom raden wij
altijd aan te zorgen voor een mogelijkheid om de garage indien
nodig te verwarmen naar een zinvolle temperatuur voor een snel
drogingsproces. Om een goed drogingsproces te waarborgen, is
doorgaans een opwarmfase van 3 tot 7 dagen voldoende,
afhankelijk van de verwarmingstemperatuur.
Deze tijd kan door het gebruik van ventilatoren, waarmee het
voertuig wordt geventileerd, aanzienlijk worden verkort. Vooral
voor een snelle droging binnen de carrosserie, in de bodem, in
naden en holle ruimten, raden wij bij natte klassieke voertuigen
altijd het gebruik van ventilatoren aan (zie tabel Samenhang
tussen de garagetemperatuur en de drogingsduur).
Hoe intensiever het dagelijks gebruik van de voertuigen is, des
te hoger moet de gemiddelde temperatuur in de garage zijn, om
een gedegen en snelle droging te bereiken en zo corrosie en
schimmel te voorkomen.
11