16. Sluit de kabel van de knoopcelbatterij op het moederbord aan.
17. Plaats de processor terug (zie
18. Plaats de warmteafleiding terug (zie
19. Plaats de geheugenmodules terug (zie
20. Plaats de kaart terug in de WPAN/UWB/FCM-kaartsleuf, indien van toepassing (zie
21. Plaats de kaart terug in de WLAN/WiMax-kaartsleuf, indien van toepassing (zie
22. Plaats de kaart terug in de WWAN/FCM-kaartsleuf, indien van toepassing (zie
23. Plaats de scharnierkapjes terug (zie
24. Plaats de onderplaat van de computer terug (zie
25. Volg de instructies in
Nadat u aan de computer hebt
OPMERKING:
Wanneer u een cd met een BIOS-updateprogramma gebruikt voor het flashen van het BIOS, moet u op <F12> drukken voordat u de cd in
het station plaatst om de computer zo in te stellen dat deze eenmalig vanaf de cd opstart. Anders moet u het System Setup-programma uitvoeren om
de standaard opstartvolgorde te wijzigen.
26. Flash het BIOS (zie voor meer informatie
27. Open het systeemsetupprogramma om het BIOS op het nieuwe moederbord bij te werken met het serviceplaatje van de computer. Zie voor informatie
over het systeemsetupprogramma de technologiehandleiding van Dell™ op uw computer of op support.dell.com.
Terug naar inhoudsopgave
De processormodule
terugplaatsen).
De warmteafleiding van de processor
Een geheugenmodule
terugplaatsen).
Scharnierkapjes
terugplaatsen).
De onderplaat van de computer
gewerkt.
Het BIOS
flashen).
terugplaatsen).
Een WPAN-kaart (UWB/BT) terugplaatsen
De WLAN-/WiMax-kaart
terugplaatsen).
Een WWAN-kaart terugplaatsen
terugplaatsen).
of
Een FCM
terugplaatsen).
of
Een FCM
terugplaatsen).