Component
Doorverbindings
Spanning
kabel (binnen ↔
Draadmaat
buiten)
(Optioneel) Kabel voor
afvoerbuisverwarming
Maximaal toegelaten vermogen voor
Aanbevolen ter plaatse te
voorziene zekering
Aardlekschakelaar
(a)
MCA=Minimum circuitstroombelastbaarheid. De vermelde
waarden zijn maximumwaarden (zie de elektrische gegevens van
de combinatie met de binnenunits voor de juiste waarden).
6.3
Richtlijnen voor het aansluiten van
de elektrische bedrading
Aanhaalkoppels
Buitenunit:
Onderdeel
X1M (M5)
X2M (M3.5)
M4 (aarde)
6.4
Aansluitingen op de buitenunit
Onderdeel
Elektrische voeding
Zie
"6.4.1 De elektrische bedrading op de
buitenunit
Doorverbindingskabel
(Optioneel)
Afvoerbuisverwarming
"De
Zie
"6.4.2 De stickers "De
stroomonderbreker
stroomonderbreker NIET UITschakelen"
bevestigen" [ 4 14].
NIET UITschakelen"
stickers
Luchtthermistor
Zie
"6.4.3 De luchtthermistor van plaats
veranderen op de
6.4.1
De elektrische bedrading op de buitenunit
aansluiten
1 Verwijder het deksel en de draadhouder.
EPSK06~14A
Daikin Altherma 4 H
4P773384-1 – 2024.08
V3
W1
220-240 V
Gebruik alleen geharmoniseerde
draad voorzien van een dubbele
isolatie en geschikt voor de
toepasselijke spanning.
4-Aderige kabel
2
Minimum 1,5 mm
3-Aderige kabel
0,75 mm²
MOET dubbel geïsoleerd zijn.
de afvoerbuisverwarming = 115 W
(0,5 A)
25 A, C-curve
16 A, C-curve
30 mA – MOET voldoen aan de
nationale verordening inzake
bedrading
MOET compatibel zijn met de
harmonische stromen die door de
unit worden geproduceerd
Aanhaalkoppel (N•m)
2,45 ±10%
0,88 ±10%
1,31 ±10%
Beschrijving
aansluiten" [ 4 13].
buitenunit" [ 4 14].
6 Elektrische installatie
b
4×
a
Deksel
b
Draadhouder
2 Sluit
de
bedrading
bedradingsoverzichten):
▪ Voeding (1N~ of 3N~).
▪ Doorverbindingskabel (binnen↔buiten)
▪ (Optioneel) Afvoerbuisverwarming. Zorg ervoor dat het
verwarmingselement van de afvoerbuisverwarming zich
volledig in de afvoerbuis bevindt. Bevestig de kabel met een
kabelbinder aan de voet van de unit.
a
Kabel voor afvoerbuisverwarming
b
Afvoerbuis
3 Bevestig opnieuw de draadhouder en het deksel.
▪ Controleer of de draden NIET loskomen door er lichtjes aan
te trekken.
▪ Maak de draadhouder stevig vast om externe spanning op
de klemmen van de draden te voorkomen.
a
2×
aan
(zie
onderstaande
a
b
Installatiehandleiding
13