6 Elektrische installatie
▪ De buitenunit is uitgerust met twee vorstbeveiligingskleppen.
Vorstbeveiligingskleppen voeren het water af van het systeem
voordat het kan bevriezen.
Installeer indien nodig extra vorstbeveiligingskleppen op alle
laagste punten van de ter plaatse te voorziene leidingen. Isoleer
deze ter plaatse te voorziene vorstbeveiligingskleppen op dezelfde
manier als de waterleidingen, maar isoleer NIET de inlaat en de
uitlaat (afvoer) van deze kleppen.
Optioneel kan u normaal gesloten kleppen installeren (binnen in
de buurt van de in- en uitlaatpunten van de leidingen). Deze kleppen
kunnen voorkomen dat al het water uit de binnenleidingen wordt
afgevoerd
wanneer
de
vorstbeveiligingskleppen
Opmerking: De normaal gesloten afsluiter die als accessoire bij de
binnenunit wordt geleverd en die om veiligheidsredenen verplicht op
de binnenunit moet worden geïnstalleerd (inlaatlekbeveiliging),
voorkomt NIET dat de binnenleidingen leeglopen wanneer de
vorstbeveiligingskleppen opengaan. Hiervoor zijn extra normaal
gesloten kleppen nodig (optioneel).
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de
installateur.
OPMERKING
Als er vorstbeveiligingskleppen zijn geïnstalleerd, stelt u
het minimum instelpunt voor koeling (standaard=7°C)
minstens
2°C
hoger
openingstemperatuur van de vorstbeveiligingskleppen (de
openingstemperatuur van de in de fabriek gemonteerde
vorstbeveiligingskleppen is 3°C ±1).
Als u het minimum instelpunt voor koeling lager instelt dan
de veilige waarde (d.w.z. maximale openingstemperatuur
van vorstbeveiligingskleppen + 2°C), loopt u het risico dat
de vorstbeveiligingskleppen openen bij koeling tot het
minimum instelpunt.
WAARSCHUWING
Het toevoegen van antivriesoplossingen (bijv. glycol) aan
het water is NIET toegestaan.
5.1.4
De waterleidingen isoleren
De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden
geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en om
ervoor te zorgen dat de verwarmings- en koelcapaciteit niet
vermindert.
Isolatie waterleidingen buiten
OPMERKING
Leidingen buiten. Zorg ervoor dat de leidingen buiten
worden geïsoleerd zoals voorgeschreven, om ze te
beschermen tegen gevaren.
Voor leidingen in open lucht is het aangeraden de isolatiedikte als
minimum te gebruiken zoals aangegeven in de onderstaande tabel
(met λ=0,039 W/mK).
Leidinglengte (m)
<30
30~40
40~50
In andere gevallen kan de minimale isolatiedikte bepaald worden
met behulp van de Hydronic Piping Calculation-tool.
De Hydronic Piping Calculation-tool berekent ook de maximale
hydronische-leidinglengte vanaf de binnenunit tot de buitenunit op
basis van de afgeverdrukval of andersom.
De Hydronic Piping Calculation-tool is een onderdeel van de Heating
Solutions
Navigator
die
professional.standbyme.daikin.eu.
Installatiehandleiding
12
opengaan.
in
dan
de
maximale
Minimale isolatiedikte (mm)
32
40
50
beschikbaar
is
via
https://
Neem contact op met uw dealer als u geen toegang heeft tot
Heating Solutions Navigator.
Deze aanbeveling zorgt dat de unit goed werkt, maar lokale
regelgevingen kunnen echter verschillen en dienen te worden
gevolgd.
6
Elektrische installatie
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger,
zijn
gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om
een gevaarlijke situatie te voorkomen.
VOORZICHTIG
Duw of leg GEEN overtollige kabellengte in de unit.
OPMERKING
De afstand tussen de kabels voor hoge spanning en deze
voor lage spanning moet minstens 50 mm bedragen.
6.1
Over het voldoen aan de normen
inzake elektriciteit
Alleen voor EPSK06~10A▲V3▼
De apparatuur voldoet een de norm EN/IEC 61000-3-12 (Europese/
internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzake
harmonische stromen geproduceerd door apparatuur aangesloten
op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A
en ≤75 A per fase).
6.2
Specificaties van standaard
bedradingscomponenten
OPMERKING
Wij raden aan massieve draden (met één ader) te
gebruiken. Als er geslagen draden worden gebruikt, draai
de draadjes een beetje in elkaar om ze rechtstreeks in de
aansluitklem te steken of in een aansluiting met een ronde
krimpklem. Meer informatie vindt u in "Richtlijnen voor het
aansluiten van de elektrische bedrading" in de uitgebreide
handleiding voor de installateur.
Component
(a)
Voedingskabel
MCA
Spanning
Fase
Frequentie
Draadmaat
servicevertegenwoordiger
V3
W1
24,2 A
10,9 A
220-240 V
380-415 V
1~
3N~
50 Hz
MOET voldoen aan de nationale
regelgeving inzake bedrading.
Draadmaat in functie van de stroom,
maar niet kleiner dan 2,5 mm
3-Aderige kabel
5-Aderige kabel
EPSK06~14A
Daikin Altherma 4 H
4P773384-1 – 2024.08
of
2