9
Bijlage
9.1.3
Bedrijfsindicaties
Om de bedrijfsindicaties uit te lezen:
▶ Open menu Info.
Bedrijfscode Storings-
Oorzaak
nummer
0H
–
Het toestel bevindt zich in
standby, geen warmte-
vraag aanwezig.
0Y
–
De actuele keteltempera-
tuur is hoger dan de ge-
wenste
ketelwatertemperatuur.
0P
–
Wachten op starten venti-
lator.
0E
–
Het toestel is stand-by,
warmtevraag is aanwezig
maar er wordt echter te
veel energie geleverd.
0U
–
Begin van de programma-
procedure voor de bran-
derstart.
0C
–
Begin branderstart.
0F
–
Onvoldoende debiet door
de ketel.
8Y
572
De IMC110 is via de aan-
sluitklem EV extern ver-
grendeld.
Tabel 5 Bedrijfsindicaties
9.2
Instructies om energie te besparen
Zuinig verwarmen
De cv-ketel is voor een laag olieverbruik en een lage milieubelasting bij te-
gelijkertijd grote behaaglijkheid geconstrueerd. Overeenkomstig de ac-
tuele warmtebehoefte van de woning wordt de olietoevoer naar de
brander geregeld. Na het bereiken van de gewenste warmtevraag wordt
de brander door de aan-uit-regeling uitgeschakeld.
Inspectie en onderhoud
Wij adviseren een onderhouds- en inspectiecontract af te sluiten voor
jaarlijkse inspectie en behoefte-afhankelijk onderhoud met een erkend
installateur. Daardoor blijven het olieverbruik en de milieubelasting over
langere tijd zo laag mogelijk.
CV-regeling
In Duitsland is conform § 11 van de energiebesparingsrichtlijn (EnEV)
een cv-regeling met kamerthermostaat of weersafhankelijke regelaar en
radiatorkranen voorgeschreven.
Meer informatie kunt u vinden in de bijbehorende installatie- en bedie-
ningshandleiding van de regelaar.
22
▶ Kies menu Systeeminformatie en bevestig.
▶ Menupunt Displaycode opzoeken.
Omschrijving
Testprocedure/
oorzaak
De cv-ketel is bedrijfsklaar en
–
heeft geen warmtevraag van
een cv-circuit.
De actuele keteltemperatuur is
–
hoger dan de gewenste ketel-
watertemperatuur.
De cv-ketel wordt uitgescha-
keld.
De detectie van het starten is
–
nodig voor de verdere proce-
dure.
De actuele warmtevraag van
–
de installatie is minder, dan de
minimale modulatiegraad van
de brander ter beschikking
stelt.
–
–
–
–
Temperatuurverschil tussen
Aanvoertemperatuur met
aanvoer en retour > 15 K.
de bedieningseenheid con-
troleren,
Temperatuurverschil tussen
retourtemperatuur met be-
aanvoer en veiligheidstempe-
dieningseenheid of Ser-
ratuursensor > 15 K.
vice-Key controleren,
weerstand van de ketel-
temperatuursensor (STB)
meten en met curve verge-
lijken.
De IMC110 zet de warmte-
–
vraag voor de branderauto-
maat op 0.
Radiatorkranen
Om de gewenste kamertemperatuur te bereiken, opent u de radiatorkra-
nen volledig. Pas wanneer na langere tijd de temperatuur niet wordt be-
reikt, kunt u op de regelaar de gewenste kamertemperatuur veranderen.
Vloerverwarming
Stel de aanvoertemperatuur niet hoger in, dan de door de fabrikant aan-
bevolen maximale aanvoertemperatuur.
Ventileren
Laat de ramen niet op een kier staan. Anders wordt constant warmte aan
de ruimte onttrokken, zonder dat de kamerlucht noemenswaardig wordt
ververst. Beter is om het raam gedurende korte tijd helemaal open te zet-
ten.
Draai tijdens het ventileren de radiatorkranen dicht.
Sanitaire circulatiepomp
Stel een eventueel aanwezige circulatiepomp voor warm water via een
tijdprogramma in op de individuele behoeften (bijvoorbeeld ochtend,
middag, avond).
Logano plus – 6720888394 (2023/12)
Maatregel
–
–
–
–
–
–
Pas de instelling van de ketel-
circuitpomp aan.
Oppervlaktetemperatuur van
het met de veiligheidstempera-
tuursensor uitgeruste gietele-
ment controleren met een
temperatuurmeettoestel.
Controleer, of een element met
vuil is verstopt.
Wanneer geen externe blokke-
ring nodig is, moet een brug op
de aansluitklemmen EV zijn ge-
ïnstalleerd.