TG1100_1102_1103NL(du-du).book Page 13 Wednesday, March 22, 2006 4:23 PM
Codenr.
Functie (standaardinstelling)
Kiesrestrictie
{6}
Kiesrestrictie instellen
− Voer de basisstation-PIN in (standaard: "0000").
− Voer het telefoonnummer in dat u wilt uitschakelen (maximaal 8 cijfers).
− {>}
Kiesrestrictie in- en uitschakelen
− Voer de basisstation-PIN in (standaard: "0000").
− Druk op de gewenste handsetnummers om in of uit te schakelen. i {>}
Noodnummer ("112")
− Voer de basisstation-PIN in (standaard: "0000").
Datum en tijd: blz. 8
{*}
*1 Alleen het noodnummer wordt niet gewijzigd.
*2 Zie blz. 17 als u uw PIN niet meer weet.
*3 Pas de knippertijd indien nodig aan voor de huiscentrale of de serviceprovider/
telefoonmaatschappij. Raadpleeg voor meer informatie het dichtstbijzijnde servicecentrum van
Panasonic.
*4 Schrijf als u de PIN wijzigt de nieuwe PIN op. De telefoon geeft de PIN nooit weer.
*5 Kiesrestrictie voorkomt dat vanaf de handset bepaalde nummers worden gebeld. U kunt maximaal
10 telefoonnummers uitschakelen (geheugenplaatsen 0–9).
*6 Met de noodnummerfunctie bepaalt u welke telefoonnummers kunnen worden gebruikt als
gespreksverbod is ingeschakeld. Er kunnen in totaal 4 noodnummers (geheugen 1–4) worden
opgeslagen.
*5
gewenste handsetnummers. i {>}
L Als u een andere geheugenplaats wilt selecteren, drukt u op {>} en
voert u een nummer in.
L Het handsetnummer wordt weergegeven. Een knipperend nummer
geeft aan dat kiesrestrictie is ingeschakeld; als het nummer niet
knippert, is de kiesrestrictie uitgeschakeld.
2 keer
*6
Opslaan:
− Voer een noodnummer in (maximaal 8 cijfers).
L Als u een andere geheugenplaats wilt selecteren, drukt u op {>} en
voert u een nummer in.
− {>}
Bewerken:
Druk op {>} tot het gewenste nummer wordt weergegeven. i {C} i
Voer het nieuwe noodnummer in. i {>}
Handige telefooninstellingen
*2
i Druk op de
*2
*2
i {*}
13