Inhoudsopgave
Advertenties
●Wanneer "Thermostaat" ingesteld is op "Lucht + warm water", indien de thermostaat uit staat, kan de unit
nog werken in de modus "Warm water". In dat geval geeft het ON/OFF-icoon op de startpagina de bedrijfsstatus
van de unit niet weer. De werkingsparameters zijn beschikbaar op de pagina's met de parameters.
●Wanneer "Thermostaat" ingesteld is op "Lucht + warm water", kan de voorrang met betrekking tot de
werking ingesteld worden op het bedieningspaneel (zie Secties 2.2.3 en 2.2.4 voor meer details.)
●Wanneer de "Thermostaat" ingesteld is op "Lucht + warm water2", zijn er twee mogelijke antwoorden voor de
units. In het eerste geval, indien CN26 het "OFF" signaal ontvangt (droog contact, 0Vac), geeft de unit
voorrang aan "Warm water". Wanneer de bedrijfsomstandigheden voor "Warm water" klaar zijn, werkt de unit
voor "Warm water". Wanneer de behoeften op het vlak "Warm water" vervuld zijn, werkt de unit volgens hetgeen
de thermostaat vraagt. In het andere geval, indien CN26 geen "OFF" signaal heeft gekregen, werkt de unit
volgens hetgeen de thermostaat vraagt.
●De status van de thermostaat kan enkel gewijzigd worden wanneer de unit uit staat.
●Indien geactiveerd kunnen de functies "Floor debug", "Lucht verwijderen", en "Noodmodus" niet
geactiveerd worden.
●Deze instelling wordt bewaard in geval er een stroomstoring optreedt.
2.4.6 Andere thermische controle
[Bedieningsinstructies]
1.Op de pagina voor het instellen van de parameters voor inbedrijfsname; klik op "Andere thermische controle",
om naar de overeenkomstige instellingenpagina te gaan.
2.Op de instellingenpagina "Andere thermische controle" kan deze functie ingesteld worden op "Met" of
"Zonder". "T-Other switch on" kan worden ingesteld op de gewenste waarde. Wanneer "Andere thermische
controle" ingesteld is op "Met", is het mogelijk om de bedrijfsmodus in te stellen van de reservewarmtebron.
[Opmerkingen]
●Deze instelling wordt bewaard in geval er een stroomstoring optreedt.
●Er bestaan hier 3 werkingslogica voor.
Logica 1
1.Het instelpunt van de andere thermisch controle moet gelijk zijn aan dat van "WOT-Verwarmen" in de modi
"Verwarmen" en "Verwarmen + warm water". Het instelpunt moet het laagst zijn tussen "T-Waterreservoir" +5°C
en 60°C in de modus "Warm water".
2.De waterpomp voor de andere thermische controle moet altijd actief zijn in de modus "Verwarmen".
3.In de modus "Verwarmen" wordt de tweewegklep bediend volgens de instellingen van het bedieningspaneel.
In de modus "verwarmen" stopt de waterpomp van de warmtepomp. In de standby-modus zal de waterpomp
echter opstarten, maar zal de andere thermische controle stoppen.
In de modus "Warm water" schakelt de driewegklep over naar het waterreservoir, de waterpomp van de
warmtepomp stopt altijd, maar de andere thermische controle start op.
In de modus "Verwarmen + warm water", werk de andere thermische controle alleen voor het verwarmen
van de ruimte, en de elektrische verwarmer van het waterreservoir werkt voor het opwarmen van het water.
In dat geval, wordt de tweewegklep bediend in functie van de instellingen van het bedieningspaneel en stopt
A
CN 26
B
20
Advertenties
Inhoudsopgave
