Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ingebruikname; Regeling Van Het Verwarmingssysteem; Dompel-/Aanlegvoeler Taf Pt; Aansluiting Externe Componenten - Stiebel Eltron HM Handleiding Voor Bediening En Installatie

Hydraulische voor warmtepompen
Inhoudsopgave

Advertenties

inSTallaTie

ingebruikname

f Houd bij de installatie van een sensor rekening met de in-
gebruiknamehandleiding van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk "Aansluiting externe componenten").
Wanneer u aansluitblok ASL-HM gebruikt:
f Steek de dompelsensor in de op de ASL-HM voorgemonteer-
de dompelhuls.

10.4.2 Regeling van het verwarmingssysteem

Bij installaties met buffervat
Wanneer in de installatie een buffervat geïnstalleerd is, moet een
buffervoeler aangesloten worden.
f Installeer een buffervoeler onderaan in het buffervat.
f Klem X1.4: Sluit de buffervoeler aan op de
warmtepompmanager.
f Houd bij de installatie van een sensor rekening met de in-
gebruiknamehandleiding van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk "Aansluiting externe componenten").
Bij installaties zonder buffervat (enkel WPL 13 E , WPL 13 cool ,
WPL 18 E , WPL 18 cool)
Bij deze warmtepompen moet een bijkomende temperatuurvoeler
op de verwarmingscircuit-retour geïnstalleerd worden.
f Installeer de temperatuurvoeler op de
verwarmingscircuit-retour.
f Klem X1.4: Sluit de temperatuurvoeler aan op de
warmtepompmanager.
f Houd bij de installatie van een sensor rekening met de in-
gebruiknamehandleiding van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk "Aansluiting externe componenten").

10.4.3 Dompel-/aanlegvoeler TAF PT

f Houd bij de installatie van een sensor rekening met de in-
gebruiknamehandleiding van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk "Aansluiting externe componenten").
10.4.4 Buitentemperatuursensor AF PT
f Houd bij de installatie van een sensor rekening met de in-
gebruiknamehandleiding van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk "Aansluiting externe componenten").

10.5 Aansluiting externe componenten

f Houd bij de installatie van externe componenten rekening
met de ingebruiknamehandleiding van de warmtepompma-
nager (zie hoofdstuk "Aansluiting externe componenten").
www.stiebel-eltron.com
11. Ingebruikname
Materiële schade
!
Om te voorkomen dat de temperatuur onder het dauw-
punt daalt, moet de behuizing tijdens het bedrijf gesloten
en onbeschadigd zijn.
De ingebruikname van het toestel, alle instellingen op ingebruik-
nameniveau van de warmtepompmanager en het instrueren van
de exploitant moeten worden uitgevoerd door een installateur.
De ingebruikname dient overeenkomstig deze bedienings- en in-
stallatiehandleiding en de bedienings- en installatiehandleidingen
van alle componenten van de installaties die bij de warmtepomp
horen, uitgevoerd te worden. Voor de ingebruikname kunt u een
beroep doen op onze klantenservice (tegen betaling).
Aangezien een warmtepompinstallatie uit veel verschillende
componenten kan bestaan, is kennis over de werkwijze van de
installatie beslist vereist.
Als u dit toestel commercieel gebruikt, dient u voor de ingebruik-
name eventueel rekening te houden met de voorschriften van de
bedrijfsveiligheidsverordening. Meer informatie hieromtrent vindt
u bij de bevoegde controle-instantie; in Duitsland is dat bijv. TÜV.
11.1 Controles voor ingebruikname van de
warmtepompmanager
Materiële schade
!
Bij vloerverwarmingen moet u rekening houden met de
maximale systeemtemperatuur.
f Controleer of de verwarmingsinstallatie met de juiste druk
gevuld is.
f Heeft u het ontluchtingsventiel op de multifunctionele groep
(MFG) na het ontluchten weer gesloten?
f Heeft u de buitensensor en de retoursensor op de juiste wijze
geplaatst en aangesloten.
f Controleer of andere sensoren correct zijn geplaatst en
aangesloten.
f Controleer of de aansluiting op het net op deskundige wijze
is uitgevoerd.
f Controleer of de signaalkabel naar de warmtepomp (BUS-ka-
bel) juist aangesloten is.
HM(S) | HM(S) Trend |
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hm trendHmsHms trend

Inhoudsopgave