Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ontwerp En Toepassing; Prioriteiten; Basiskennis; Registratie Van Weergegevens Met Weersensor Wes/A 4.1.1 - ABB i-bus KNX Basic WES/A 4.1.1 Producthandleiding

Weer
Verberg thumbnails Zie ook voor i-bus KNX Basic WES/A 4.1.1:
Inhoudsopgave

Advertenties

ABB i-bus® KNX ONTWERP EN TOEPASSING
12

Ontwerp en toepassing

12.1

Prioriteiten

Dit hoofdstuk is voor deze apparaten niet relevant.
12.2

Basiskennis

12.2.1
Registratie van weergegevens met Weersensor WES/A 4.1.1
Windsnelheid
Het meten van de windsnelheid is gebaseerd op het hittedraadprincipe (hittedraad-anemometrie): aan
de hand van de afkoeling van een verwarmde draad door de luchtstroom wordt de stromingssnelheid
bepaald.
Aan de onderkant van de behuizing bevinden zich twee verwarmde windsensoren. De temperatuur van
de windsensoren wordt via PID-regelaars constant gehouden. Als de luchtstroom de windsensoren af-
koelt, moet er meer energie worden toegevoerd om de temperatuur van de windsensoren constant te
houden. Aan de hand van de toegevoerde energie wordt de windsnelheid bepaald.
Regen
De neerslagdetectie is gebaseerd op een capaciteitsmeting: in natte toestand verandert de capaciteit
van het sensoroppervlak.
De sensor is in het deksel van de behuizing gemonteerd. Een ingebouwde verwarming regelt het sen-
soroppervlak op een temperatuur die hoger is dan de omgevingstemperatuur. De overtemperatuur (ca.
2 K) voorkomt dat het sensoroppervlak beslaat.
Bij neerslag wordt de verwarmingscapaciteit verhoogd en het opdrogen van de sensor versneld. De
maximale temperatuur van de neerslagsensor is begrensd op 40 °C. Het einde van een neerslagsgebeur-
tenis wordt herkend door het uitblijven van capaciteitsveranderingen op de sensor en met een vertra-
gingstijd van 2 minuten afgegeven.
Helderheid
De helderheid wordt gemeten met vier silicium-fotosensoren. De sensoren zijn met een elevatiehoek van
90° uitgelijnd in de vier kompasrichtingen. De elevatiehoek van 90° zorgt ervoor dat de zoninstralings-
hoek op sensoren en gevel identiek is.
Schemering
Met schemering wordt de richtingsonafhankelijke lichtverstrooiing in der atmosfeer aangeduid die ont-
staat bij de geleidelijke overgang van de helderheid voor het aanbreken van de dag en nadat de dag ge-
ëindigd is. Het verstrooide restlicht van de zon is zichtbaar, terwijl de zon onder de horizon staat. De
schemerwaarde wordt berekend uit de som van de vier meetwaarden van de silicium-fotosensoren.
Temperatuur
Het meten van de temperatuur gebeurt met een digitale temperatuursensor. De temperatuursensor is in
de onderkant van de behuizing geplaatst.
Opmerking bij de navigatie in de PDF: Toetscombinatie "Alt + pijl links"
springt naar de vorige weergave/pagina
Opmerking
Producthandboek | NL | WES/A 4.1.1 | 9AKK108464A0562 Rev. B  34

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave