Omgevingsvoorwaarden
Het Netbook kan worden gebruikt bij een omgevings-temperatuur van
5°C tot 35°C en bij een relatieve luchtvochtigheid van 20% - 80% (niet
condenserend).
In uitgeschakelde modus kan het Netbook over een kortere tijd worden opgeslagen
bij 0°C tot 60°C.
Trek bij een onweer de stekker uit en verwijder in het bijzonder de antennekabel,
indien voorhanden alsook de modemkabel. Wij raden bij wijze van extra veiligheid
het gebruik aan van een overspanningbescherming, om uw Netbook te
beschermen tegen spanningspieken of blikseminslag via het stroomnet te
beschermen.
Na een transport van een Netbook kunt u het beste wachtende ingebruikname van
het toestel tot het de temperatuur van de omgeving heeft aangenomen, Bij grote
temperatuur- of vochtigheidsverschillen kan er zich door condensatie vocht
ophopen binnenin uw netbook. Op die manier kan het tot een elektrische
kortsluiting komen.
Bewaar de originele verpakking, voor het geval dat u het toestel op een gegeven
moment moet vervoeren.
Ergonomie
Opmerking
Vermijd verblindingeffecten, weerkaatsingen en te sterke contrasten
tussen licht en donker om uw ogen te beschermen.
De beeldscherm mag nooit in direct in de buurt van ramen staan, omdat op deze plek in
de werkruimte door het daglicht het sterkst belicht is. Deze lichtintensiteit maakt het
moeizaam voor de ogen, zich aan de donkerdere monitor aan te passen. De monitor, moet
steeds met een naar de raamkant parallelle kijkrichting opgebouwd zijn.
Fout is de opstelling, met van het raam afgekeerde kijkrichting, omdat dan spiegelingen
van de lichte ramen op het beeldscherm onvermijdbaar zijn. Net zo fout is een opstelling
met kijkrichting naar het raam, omdat het contrast tussen donkere beeldscherm en helder
daglicht tot aanpassingsmoeilijkheden van de ogen en tot klachten leiden kan. De
parallelle kijkrichting zou, ook in betrekking op kunstmatige belichtingsinrichtingen,
ingehouden worden. Dit betekent, dat voor de verlichting van de werkruimte met
kunstmatig licht dezelfde eisen gelden. Als de ruimte het niet toelaat, het beeldscherm
zoals beschreven op te bouwen, gelden er noch een reeks van mogelijkheden, om
verblindingen, spiegelingen, te sterke licht-/ donkercontrasten enz. te vermijden: Bij
voorbeeld draaien, schuinzetten of neigen van het beeldschermapparaat. Door lamellen
aan de ramen, door tussenmuren of door veranderingen van de belichtingsinrichting kan
ook in veel gevallen een verbetering worden bereikt.
Veiligheidsvoorschriften
5