Inhoudsopgave
Advertenties
Luchtdrukken instellen
Druk van de transportlucht
Druk van de verstuivingslucht
E 2004 Nordson Corporation
Zie de handleiding van de toevoerhopper voor de aanbevolen druk voor
fluïdisatielucht.
De transportlucht voert een mengeling van poeder en lucht van de
voorraadbank naar het spuitpistool. Door de druk van de transportlucht te
verhogen, vergroot u de hoeveelheid poeder die verspoten wordt en
mogelijk ook de poederlaagdikte op het product.
Als de druk van de transportlucht te laag is ingesteld, kan een
ontoereikende poederlaag of een ongelijkmatige poederoutput het gevolg
zijn. Als de druk van de transportlucht te hoog is, kan er te veel poeder
worden afgegeven met een te hoge snelheid. Dit kan afzetting van een te
dikke film of overspray tot gevolg hebben, wat de overdrachteffectiviteit
vermindert en waardoor poeder verloren gaat. Een te hoge druk van de
transportlucht kan de vorming van door inslag versmolten poeder in het
pistool of in de pomp versnellen, of kan voortijdige slijtage van de met
poeder in contact komende onderdelen van het pistool en de pomp
veroorzaken.
Door de overspray minimaal te houden vermindert de hoeveel terug te
winnen of te recyclen poeder. Dit vermindert de slijtage van de
systeemcomponenten, zoals pompen, spuitpistolen en filters. Het houdt
ook de onderhoudskosten laag.
Er wordt verstuivingslucht toegevoegd aan het poeder en de transportlucht
om snelheid van het poeder in de toevoerleiding te verhogen en
poederklonters te doorbreken. Bij een lager poederdebiet moet de druk van
de verstuivingslucht hoger zijn, opdat de poederpartikels in suspensie
zouden blijven in de luchtstroom. Door een hogere poedersnelheid kan het
het sproeipatroon gewijzigd worden.
Als de druk van de verstuivingslucht te laag is ingesteld, kan een
ongelijkmatige poederafgifte of sputteren en schokken van het spuitpistool
het gevolg zijn. Als de druk te hoog is ingesteld, kan de verstuivingslucht de
snelheid van het poeder vergroten en is overmatige overspray,
inslagsmelting en voortijdige slijtage van de pomp en onderdelen van het
pistool mogelijk het gevolg.
OPMERKING: Stel de druk voor verstuyivingslucht minimaal in op 0,3 bar
(5 psi). Als de luchtdruk te laag is, kan poeder terugstromen naar de
poederpomp en in de besturingsunit terecht komen, met mogelijk schade
aan luchtkleppen en drukregelaars.
4-5
Gebruik
P/N 7105288A
Advertenties
Inhoudsopgave
