Inhoudsopgave
Advertenties
4.2.11 Steekverbindingen van de middendrukslangen
losmaken
De steekverbindingen zijn geborgd. Ze kunnen als volgt
worden losgemaakt:
Druk met het demontagegereedschap R 34 536
ring en trek tegelijkertijd de metaalstekker van de slang uit
het overeenkomstige onderdeel.
4.3
Reiniging en desinfectie
Alle onderdelen die met de uitademlucht in aanraking komen,
moeten altijd na gebruik zorgvuldig worden gereinigd en
gedesinfecteerd. Reinig alle andere onderdelen alleen als dat
noodzakelijk is.
Bij verontreiniging met gevaarlijke stoffen:
Draag veiligheidskleding.
Verwijder afvalwater en doeken volgens de geldende
afvalverwijderingsvoorschriften.
VOORZICHTIG
!
Gevaar van materiaalbeschadiging!
Gebruik voor het reinigen en desinfecteren geen
oplosmiddelen
reinigingsmiddelen met schurende deeltjes. Pas
uitsluitend de beschreven methoden toe en gebruik de
genoemde
reinigings-
Andere middelen, doseringen en inwerktijden kunnen
het product beschadigen.
Voor
informatie
desinfectiemiddelen
document 9100081 op www.draeger.com/IFU.
1. Reinig de Bodyguard met een vochtige doek.
2. Prepareer een reinigingsoplossing van water en een
reinigingsmiddel.
3. Reinig alle ademluchtvoerende componenten met een
zachte doek en een reinigingsoplossing.
4. Spoel alle componenten onder stromend water grondig af.
5. Prepareer
een
desinfectiebad
desinfectiemiddel.
6. Leg
alle
ademluchtvoerende
desinfectiebad.
7. Spoel alle onderdelen onder stromend water grondig af.
8. Laat alle onderdelen drogen (temperatuur: max. 60 °C).
Bescherm ze tegen direct zonlicht.
1) Onderdeel van de testset R 33 777
PSS BG 4 plus
(bijv.
aceton,
alcohol)
en
ontsmettingsmiddelen.
over
geschikte
reinigings-
en
hun
specificaties,
van
water
componenten
Dräger raadt u aan om voor het drogen zowel een droogkast
als een slangendrooginstallatie te gebruiken. De adapterset
R 34 098 bevat alle adapters die in combinatie met de
slangendrooginstallatie nodig zijn voor het drogen. Het
ademzakje en de ademluchtslangen moeten met de
1)
op de
slangendrooginstallatie worden gedroogd.
De heupband en het bandenstel moeten voordat ze worden
opgeslagen, volledig worden gedroogd.
4.4
Montage van het
kringloopademhalingstoestel
Monteer het kringloopademhalingstoestel als volgt:
1. Monteer de heupband en de schouderbanden (zie
hoofdstuk 4.4.1 op pagina 19).
2. Monteer het waterafvoerventiel (zie hoofdstuk 4.4.2 op
pagina 19).
3. Monteer het minimumventiel (zie hoofdstuk 4.4.3 op
pagina 20).
4. Monteer het ademzakje (zie hoofdstuk 4.4.4 op pagina 20).
5. Monteer de ademluchtkoeler (zie hoofdstuk 4.4.5 op
32121851.eps
pagina 20).
6. Sluit de slang van de constante dosering aan (zie
hoofdstuk 4.4.6 op pagina 20).
7. Monteer de switchbox (zie hoofdstuk 4.4.7 op pagina 20).
8. Monteer de CO
pagina 20).
9. Monteer het aansluitstuk (zie hoofdstuk 4.4.9 op pagina 21).
10. Monteer de ademluchtslangen (zie hoofdstuk 4.4.10 op
pagina 22).
11. Monteer de zuurstofcilinder (zie hoofdstuk 3.3.2 op
pagina 10).
12. Sluit het kringloopademhalingstoestel (zie hoofdstuk 3.3.1
op pagina 10).
4.4.1
Heupband en schouderbanden monteren
1. Druk de borgclips door de sleuven in de draagschaal.
of
2. Bevestig de kabel van de Bodyguard in de lussen van de
schouderband.
3. Druk de heupband bij het bevestigingspunt omlaag en
draai deze tegelijkertijd 90°.
4. Steek de heupband door de schouderbanden.
4.4.2
Waterafvoerventiel monteren
en
zie
1. Breng het waterafvoerventiel in de mof van het ademzakje
aan.
2. Monteer
waterafvoerventiel:
Trek hiertoe de mof van de waterabsorbens over de
behuizing van het waterafvoerventiel.
en
een
in
het
-absorbens (zie hoofdstuk 4.4.8 op
2
zo
nodig
de
waterabsorbens
Onderhoud
aan
het
19
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
