Basisfuncties
•
: een filter- of beauty-effect toepassen.
•
: een meetmethode selecteren. Hiermee wordt bepaald hoe de lichtwaarden worden berekend.
Centrumgericht gebruikt het licht in het middelste gedeelte van de opname om de belichting van de
opname te berekenen.
van de opname om de belichting van de opname te berekenen.
op gemiddeld.
De beschikbare opties kunnen verschillen, afhankelijk van het model of de fotostand.
Fotostand
De camera past de opnameopties automatisch aan op basis van de omgeving om eenvoudig foto's te maken.
Tik op FOTO in de lijst met fotostanden en tik op
Selfies maken
U kunt selfies maken met de camera aan de voorzijde.
1
Veeg in het voorbeeldscherm omhoog of omlaag of tik op
schakelen voor selfies.
2
Kijk naar de cameralens aan de voorzijde.
Als u selfies wilt maken met een groothoekopname van het landschap of personen, tikt u op
3
Tik op
om een foto te maken.
Filters en beauty-effecten toepassen
U kunt een filtereffect selecteren en gezichtskenmerken, zoals uw huidtint of gezichtsvorm, aanpassen
voordat u een foto maakt.
1
Tik op
op het voorbeeldscherm.
2
Selecteer effecten en maak een foto.
Spotmeting gebruikt het licht op een geconcentreerd gebied in het midden
om een foto te maken.
22
Matrix stelt de volledige scène in
om naar de camera aan de voorzijde te
.