Inhoudsopgave
Advertenties
1.4.4
Neuswiel (figuur 1.06)
1. Breng het neuswiel in de hoogste stand door het neuswiel
met de slinger (1) naar boven te draaien.
2. Draai vervolgens de vergrendeling los (2) en beweeg het
neuswiel volledig naar boven (3). Let daarbij op dat het
wiel naar achteren wijst.
3. Vergrendel het neuswiel goed.
4. Controleer de vrijloop tussen het neuswiel en de
trekstang van het remsysteem.
Figuur 1.06
12
1.4.5
Stroomaansluiting op auto
1. Sluit de 13-polige stekker (figuur 1.08) aan op de auto
door deze in de stekkerdoos (figuur 1.07) te steken en
daarna een slag naar rechts te draaien.
2.
Bevestig de breekremkabel aan het speciaal
gemonteerde bevestigingsoog op de auto (fig. 1.09).
Deze kabel mag nooit aan de trekhaak kogel worden
bevestigd, maar aan een speciaal voor dit doel
gemonteerd oog. Controleer of de breekkabel voldoende
speling heeft.
Figuur 1.07
Figuur 1.09
Figuur 1.08
Advertenties
Inhoudsopgave
