NEDERLANDS
sluitleidingen voor de af te wateren sanitaire objecten.
2. Ontbraam de randen.
LET OP! Het uitgezaagde materiaal mag niet in het reservoir
achterblijven.
2. Schuif de slang erop.
3. Zet hem vast met een slangklem (aanhaalmoment 1,5 Nm).
Let erop dat de afvoeropening van de slang goed is afgesloten.
Installatie in een voorwand
vastzitten.
5. Beveilig de Hebefix Mini tegen opdrijven en verdraaien!
Schroef het op de vloer met de meegeleverde bevestigings-
middelen.
Wandbevestiging
Het reservoir kan met beide lange zijden aan de wand worden
opgehangen.
1. Schroef beide houders op een afstand van 172 mm op de
wand vast. Gebruik de boorsjabloon op de laatste pagina van
deze handleiding.
2. Lijn deze horizontaal uit met de sleufgaten.
3. Schroef de rubberen afstandhouder in het midden onder de
twee ophangingen in de muur.
18
Noodafvoer
Voor een eenvoudige noodaf-
voer van opgehoopt afvalwa-
ter in de tank kan onderaan
rechts een stuk tuinslang op
het reservoir worden gemon-
teerd.
1.
Open met een spiraal-
boor (max. Ø 9) het aansluit-
stuk Ø 13 aan de onderzijde
van het reservoir.
1.
Bevestig de aansluit-
manchetten DN 50 met de
slangklemmen op de toe-
voerleidingen.
2. Bevestig
de
verbin-
dingsmanchetten met de
slangklemmen op het aan-
sluitstuk van het reservoir.
3. Sluit de uitlaatbocht aan
op de drukuitgang van het
systeem.
4. Installeer de terugslag-
klep tussen de elleboog en
de drukleiding.
LET OP! Alle slangklem-
verbindingen moeten goed
4. Hang de HEBEFIX MINI door middel van zijn sleuven aan de
houders.
5. Stel alles indien nodig iets bij.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING!
Trek voorafgaande aan werkzaamheden aan het apparaat altijd
de netstekker uit het stopcontact!
De HEBEFIX MINI heeft bij correct gebruik weinig onderhoud
nodig. Controleer het systeem echter minstens één keer per
jaar visueel, controleer alle aansluitingen op lekkages en ver-
wijder eventuele afzettingen in het reservoir.
Bij gebruik van het actieve koolfilter raden wij een jaarlijkse
vervanging aan, bij stankoverlast direct.
Verhelpen van verstoppingen bij
functiestoringen
1. Als er bij de installatie een slang voor noodafvoer is gemon-
teerd, kunt u het opgehoopte restwater afvoeren naar een
vlakke opvangbak en de slang weer aansluiten.
2. Schroef het deksel los.
3. Open het nu zichtbare onderhoudsdeksel.
4. De interne vlotter moet schoon zijn en vrij kunnen bewegen.
Reinig indien nodig de binnenruimte en het aanzuiggedeelte
onder de pomp.
5. De kogel moet vrij in de ventilatie kunnen bewegen. Verwij-
der indien nodig de rubberen stop en reinig de ventilatie.
6. Vervang beide afdekkingen en voer een functietest uit.
Neem bij verdere storingen contact op met de klantenservice.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Gewicht 3,9 kg
Drukaansluiting DN 32
Vermogen P1 220 W
Spanning 1/N/PEx230 V
Frequentie 50 Hz
Nominale stroom 1 A
Beschermingsklasse IP 44
Geluidsniveau: 70 dB(A)
Voorgeschakelde zekering: min. 10A (traag)
Bedrijfsmodus:
• S1: T
55 ̊ C ;
max
• S2: T
70 ̊ C , 3 min;
max
• S3: T
70 ̊ C , 15%
max
Vermogen
H
1
2
3
[m]
Q [m³/h] 4.3 3.9 3.4 2.2 0.5
4
5