Advertenties
PLAFONDMONTAGE 007-4
Met ring
Bepaal de plaats voor montage zodanig dat een verwachte beweging van een persoon door het gordijnpatroon gaat (zie Fig. 5A).
1. Zie 'Installatie met ring (007-1 en 007-2).
Stap 5 wordt: Plaats de detector zodanig dat het merkteken op de detector haaks staat op de looprichting.
Met montageplaatje
Bepaal de plaats voor montage zodanig dat een verwachte beweging van een persoon door het gordijnpatroon ga at (zie Fig. 5B).
1. Zie muurinbouw met plaatje aan achterzijde (007-1 en 007-2).
Stap 6 wordt: Breng de detector met het plaat je zodanig in positie dat de schroefjes op een lijn liggen in de looprichting en het merkteken haaks op
de looprichting.
MUURMONTAGE 007-4
Zie elders voor de instructies met ring of montageplaatje. Installeer de detector horizontaal en haaks op de looprichting, met het merkteken naar
boven. Aanbevolen montage hoogte 0,75 - 1,35 m.
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Sluit geen voeding aan voordat alle verbindingen zijn gemaakt.
Rood naar +12 VDC
Zwart naar -12 VDC
Wit Common (dry contact)
Groen Normally Closed (dry contact)
1. Sluit de draden aan. Voorkom kortsluiting door ze afzonderlijk te isoleren.
2. Gebruik #22 AWG draad of dikker.
3. Sluit de 12 VDC (+) en (-) aan op een 10 tot 14 Volt DC voedingsbron. De voedingsbron moet
voorzien zijn van een accu die in geval van stroomstoring in staat is tenminste 4 uren stroom te
leveren. Het stroomverbruik van elke SPY is ca. 12,5 mA @ 12 Volt DC.
4. Relais aansluiten op alarmcentrale: Sluit de witte en groene draden aan op een normally closed
alarm zone van de centrale. Het relais zal open gaan als een beweging gedetecteerd wordt of
tijdens stroomuitval. Maximale belast ing van het relais is 100mA, 24 VDC. Intern is een weer
stand van 18 Ohm in serie aangesloten op de relais contacten.
LOOPTEST
Sluit 12 VDC aan en wacht 5 minuten om de unit op te laten warmen en zich te laten stabiliseren.
Voer een looptest uit door het detectiegebied, door langzaam door de bundels te lopen. Controleer daarbij het N.C. contact met een ohmmeter. Of
zet de alarmcentrale in de teststand (indien mogelijk). Wacht na elke test 10 seconden.
Het bereik en detectiegebied dienen tenminste 1 keer per jaar gecontroleerd te worden. Om zeker te zijn van een goede constante werking, dient de
gebruiker elke keer voor inschakeling van het systeem een looptest uit te voeren.
Advertenties
