Voor details over [Opname] instellingen van het functiemenu raadplegen P34.
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het
verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden.
Toepasbare functies:
Onderbelichting
De belichting positief
compenseren.
1
Stel de belichting in door de schuifbalk te verslepen.
•
Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele belichting.
2
Raak [Exit] aan.
•
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
•
De waarde van de belichtingscompensatie verschijnt op het
scherm.
Aantekening
•
EV is een afkorting voor [Exposure Value] (Belichtingswaarde). Het is de hoeveelheid licht die
door de lensopening en de sluitertijd naar de CCD gestuurd wordt.
•
De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
•
Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object.
•
Belichtingcompensatie kan niet gebruikt worden in [Sterrenhemel] in de scènefunctie.
Opnemen
[Belichting]
· ¿n
Juiste
belichting
- 78 -
Overbelichting
De belichting negatief
compenseren.