•
Zorg ervoor de riem te bevestigen wanneer u het toestel
gebruikt, zodat het niet kan vallen.
•
Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen
stil houden en uw benen een beetje spreiden.
•
Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
•
De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere
voorwerpen.
•
De voorkant van de lens niet aanraken.
A Draagriem
B Flits
C AF assistentielamp
∫ Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) afgespeeld. (Alleen wanneer [Lcd roteren]
•
De richtingdetectiefunctie zou niet correct kunnen werken als de opname uitgevoerd wordt met
het toestel op of neer gericht.
•
Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
De volgende menu's kunnen met de Intelligent Auto Mode ingesteld worden.
Menu
[Opname]
[Set-up]
•
Raadpleeg voor de instellingsmethode van het menu P34.
¢ De instellingen kunnen anders zijn dan andere [Opname] modussen.
•
Menu's die specifiek zijn voor de Intelligent Auto Mode
–
De kleurinstelling van [Happy] is beschikbaar in [Kleurfunctie]. Het is mogelijk om een foto te
maken die automatisch een hoger glansniveau heeft voor de helderheid en de levendigheid
van de kleur.
∫ Over de flitser
•
Wanneer [
] geselecteerd is, wordt [
het type onderwerp en helderheid.
•
Wanneer [
] of [
•
De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [
Basiskennis
Tips om mooie opnamen te maken
Veranderen van de instellingen
¢
[Flitser]
/[Zelfontspanner]/[Fotoresolutie]
¢
[Kleurfunctie]
[Klokinst.]/[Wereldtijd]/[Toon]
], [
] ingesteld is, is de digitale rode-ogencorrectie in werking gesteld.
- 22 -
(P39)
ingesteld is)
Onderdeel
¢
/[Taal]/[O.I.S.-demo]
], [
] of [
] of [
].
¢
/[Burstfunctie]/
] ingesteld afhankelijk van