Inhoudsopgave
Advertenties
Instelling van [
De focus en de belichting kunnen worden aangepast aan een specifiek onderwerp. De
focus en de belichting zullen het onderwerp blijven volgen, zelfs als dat beweegt.
(Dynamische opsporing)
∫ Als de knoppen gebruikt worden
Plaats het onderwerp in het AF-tracking frame en druk de
sluiterknop tot halverwege in om het onderwerp te vergrendelen.
A AF-volgframe
•
De AF-zone wordt groen zodra de camera het onderwerp waarneemt.
•
De AF-zone wordt geel als de sluiterknop wordt losgelaten.
•
De vergrendeling wordt gewist als op
Over [
] ([23-zone])
Er kan op max. 23 punten per AF-zone worden scherpgesteld. Dit is doeltreffend wanneer
het onderwerp zich niet in het midden van het scherm bevindt.
(Het kader van de AF-zone is gelijk aan de instelling van de beeldverhouding)
Over [
] ([1-zone])
Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het midden van het scherm.
Over [
] ([Spot])
U kunt een preciezere focus verkrijgen op een punt dat kleiner is dan [Ø].
∫ Instellen van de positie van de AF-zone
•
Doe dit na de Touch-sluiterfunctie te hebben geannuleerd.
1
Selecteer [
] en druk op 4.
2
Druk op 3/4/2/1 om de focuspositie in te stellen en
druk vervolgens op [MENU/SET].
•
Het hulpscherm wordt vergroot tot ongeveer 5 keer de originele
grootte.
•
Het hulpscherm kan ook verplaatst worden door het onderwerp
aan te raken.
3
Druk op 3/4/2/1 om het onderwerp uit te lijnen op het kruispunt van de
kruisdraad op het midden van het scherm.
•
De focuspositie kan ook ingesteld worden door het scherm te verslepen.
•
Druk op [DISP.] om de focuspositie opnieuw naar het midden van het beeldscherm te
brengen.
•
Op het assistentiescherm is het ook mogelijk om een foto te maken door [
raken.
] ([Tracking AF])
[
MENU/SET
]
wordt gedrukt.
Opnemen
A
] aan te
47
(DUT) VQT4S40
Advertenties
Inhoudsopgave
