NL
Voorbereiden
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht.
Het apparaat moet rechtop staan.
Bij vullen uit een waterleiding mag de leiding of een slang niet in het reservoir steken.
1. Draai het deksel [7] van het reservoir. (afb. 4)
+
Advies voor het mengen van de sproeivloeistof in het apparaat of het voormengen in
een extern reservoir: vul het reservoir tot 1/3 met water, voeg dan het sproeimiddel
toe en vul de rest met water.
2. Vul de sproeivloeistof door de vulzeef [8] in het reservoir. (afb. 5)
3. Draai het deksel [7] op het reservoir. (afb. 6)
Sproeien
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht. Gebruik het apparaat
alleen rechtop staand of hangend. Voorkom wegdrijven van sproeidruppeltjes naar
niet te behandelen oppervlakken. Neem de voorschriften van de fabrikant van de
middelen in acht.
1. Plaats het apparaat op uw rug. (afb. 7)
2. Pomp met behulp van de pomphendel [10] langzaam en regelmatig, zodat een cons-
tante sproeidruk in stand wordt gehouden (→ Tabel 2, afb. 7).
+
De max. druk mag niet hoger zijn dan 6 bar. Als de max. druk wordt overschreden,
kan de functie gestoord worden.
Om nadruppelen te voorkomen moet u de sproeilans tijdens het eerste
sproeien naar boven houden en de knijpkraan net zolang bedienen tot er
geen met lucht vermengde vloeistof meer uit de sproeier komt.
3. Ontgrendel eventueel de blokkering [40] en bedien het uitzetventiel [9]. (afb. 8)
► Het sproeien begint.
4. Let op de optimale sproeidruk (→ tabel 2) op de manometer [11] (afb. 8).
Sproeidruk
1,5 bar
2,0 bar
3,0 bar
Tabel 2. Afhankelijkheid: sproeihoeveelheid – sproeidruk
+
Als er met lucht vermengde vloeistof uit de sproeier komt, is het reservoir leeg.
Pomp uiterlijk na elke vijfde vulling het apparaat compleet leeg.
Sproeihoeveelheid bij holle kegelsproeier (eerste uitrusting)
0,56 l/min
0,64 l/min
0,78 l/min
30
NEDERLANDS