Advertenties
WEERGAVE ANALOGE INGANGEN
a
Bedien
Q
voor de weergave van analoge ingang
nr.
1. Bedien
nogmaals
voor de analoge ingangen 2...8.
De rode "Xu-LED in blok E geeft deze keuze weer.
Het groene LED-display geeft het gekozen ingangsnummer weer
(1
...
8).
Het rode LED-display geeft de actuele waarde weer.
De rode LED in blok B geeft de eenheid weer.
De rode "ALv-LED brandt, indien een grenswaarde van de
weergegeven gemeten waarde is overschreden, of knippert,
indien een grenswaarde van een andere analoge ingang is
overs hreden.
@
Met
6
kunt u de boven en ondergrenswaarde van de betreffende
ingang oproepen.
Het groene LED-display geeft ''L" voor ondergrenswaarde en
" H voor bovengrenswaarde weer. Het rode LED-display geeft
de in elling van de betreffende grenswaar e
betreffende grenswaarde instellen.
&Y
@
Met
&
(voor EDIT-mode) en vervolgens
i
kunt u de
In EDIT-mode voor de grenswaarde zal de rode "X"-LED
knipp ren.
@
Met
6
wordt de nieuwe waarde opgeslagen of met
@
wordt de
oude aarde hersteld en verlaat u de EDIT-mode.
@
Met
8
kunt u analoge ingangen, welke aan XTmodulen van de
DX-9100 aangesloten zijn, oproepen.
Het eerste teken van het groene LED-display geeft het nummer
'
weer (1 ... 8) van het XTmoduul en het tweede teken het nummer
(l
de geselecteerde ingang.
@
Met
X
kunt achtereenvolgens de analoge ingangen van alle
aangesloten XT9100 modulen oproepen.
De verdere bediening is id tiek aan die van de analoge ingangen
van de DX-9100 zelf. Zie
B...@
hierboven.
Bij een niet gebruikte ingang verschijnt ". ".
Bij communicatiestoring knippert de rode "XT-LED.
WEERGAVE DIGITALE INGANGEN
Wanneer de DX-9100 niet in "EDITWmode is, wordt de toestand van
de digitale ingangen continue weergegeven op de 8 LED's in blok C
van het frontpaneel. De toestand van deze ingangen en die van de
tbreidings odulen kan ook als volgt worden weergegeven:
8
&.dien
6
voor weergave van digitale ingang
N.
1 en nogmaals
voor de weergave van digitale ingangen 2...8.
De rode "Dn-LED in blok E geeft deze keuze weer. Het groene
LED-display geeft het gekozen ingangsnummer weer (1 .J).
Het rode LED-display geeft de actuele toestand weer met "on"
voor ontact gesloten en "OFF" voor contact geopend.
@
Met
b
kunt u digitale ingangen van aangesloten XTmodulen
oproepen.
Het eerste teken van het groene LED-display geeft het nummer
weer (1 ..J) van het XTmoduul en het tweede teken het nummer
(1 ... 8
p de geselecteerde ingang.
@
Met
D
kunt u achtereenvolgens de digitale ingangen van alle
aangesloten XTmodulen oproepen.
Bij een niet gebruikte ingang verschijnt ". ".
Bij communicatiestoring knippert de rode "XT-LED.
Technische wijzigingen voorbehouden
Gedrukt in Nederland
WEERGAVE UITGANGEN
0
&dien
0
voor de weergave van uitgang nr. 1. Bedien nogmaals
voor de weergave van uitgangen 2...8.
De rode "Y-LED in blok E geeft deze keuze weer.
Het groene LED-display geeft het uitgangsnummer (1..8) weer.
Het rode LED-display geeft de actuele waarde van de
geselecteerde uitgang weer:
Voor de analoge uitgangen AOI, A02 en
de digitale uitgangen DAT en PAT: 0...100%.
Voor alle andere digitale uitgangen:
"on" of "OFF"
Versie 1: De rode LED in blok D1 geeft de eenheid van de
weergegeven waarde weer in
%.
ai).
Versie 1: uitgangsmodulen 1 en 2 zijn analoge uitgangen, terwijl
uitgangsmodulen 3...8 digitale (triac)uitgangen zijn.
+
Versie 2 en 3: uitgangsmodulen 1,2, 9...14 zijn analoge
uitgangen, terwijl uitgangsmodulen 3...8 digitale (triac)uitgangen
zijn.
@
Met @kunt u digitale uitgangen, welke aan XTmodulen van de
DX-9100 aangesloten zijn, oproepen.
Het eerste teken van het groene LED-display geeft het
uitbreidingsmoduulnummer weer (1 ... 8 ) en het tweede teken het
num er weer ( 1 3 ) van de geselecteerde uitgang.
@
M e t 8 kunt achtereenvolgens alle digitale uitgangen van alle
aangesloten XT9100 modulen oproepen.
+
Om onderscheid te kunnen maken tussen de analoge uitgangen
11..14 en uitgang 1..4 van XT1, worden de analoge uitgangen
11.. 14 als volgt weergegeven:
Bij een niet gebruikte uitgang verschijnt ". ".
Bij co municatiestoring knippert de rode "XT-LED.
@
Met @kunt u informatie over de uitgangsmodulen oproepen.
Het eerste teken van het groene LED-display geeft het
XTmoduulnummer weer (1.23) en het tweede teken het nummer
weer (1 ..J) van het geselecteerde uitgangsmoduul.
Het rode LED-disnlav eeeft "Cnn" weer. indien het
z
. "
"
uitgangsmoduul met een vrijprogrammeerbaar moduul
verbonden is. ('nn' is het moduulnummer (01
...
12)), of
"",
indien
het uitgangsmoduul met een andere variabele is verbonden.
@
Met
@
kunt u het uitgangsmoduul of de XTuitgang op
"handbediening" schakelen.
De rode "ABM"-LED brandt, indien de betreffende uitgang in
"handbediening" staat en knippert, indien één der andere
uitga gsmo ulen of XTuitgangen in "handbediening" staat.
@
Met
6
en
6
kunt u nu de geselecteerde uitgang verhogen of
verlagen. Bij een digitale uitgang wordt hierbij in ("on") c.q.
uitge chakeld ("OFF").
a
Met
schakelt u de uitgang weer op "automatischt1.
,
WEERGAVE TELWAARDEN VAN DIGITALE INGANGEN
@
Bedien
@
voor de weergav van de telwaarde van digitale
b
ingang nr. 1. en nogmaals
voor de weergave van de
telwaarden van de digitale ingangen 2...8.
De rode "Dv-LED in blok E geeft deze keuze weer.
Het groene LED-display geeft het gekozen ingangsnummer (1.3)
weer.
Het rode LED-display geeft de actuele tellerstand weer met twee
getallen, welke afwisselend worden getoond. Het nummer,
voorafgegaan door een "."geeft de eenheden van de telwaarde
weer (.O00 ... ,999) en het andere cijfer de duizendtallen (0000
....
9999). De actuele telwaarde wordt gevomd door de twee
getal1 n achter elkaar te plaatsen (0000000 .... 9999999).
@
Met
d
kunt u de telwaarden van de digitale ingangen, welke aan
XTmodulen van de DX-9100 aangesloten zijn, oproepen.
Het eerste teken van het groene LED-display geeft het
XTmoduulnummer weer (1 . . J ) en het tweede teken het nummer
van d geselecteerde ingang (1 ..J).
@
Met
6
kunt u achtereenvolgens de digitale ingangen van alle
aangesloten XT9100 modulen oproepen.
Bij een niet gebruikte ingang verschijnt ". ".
Bij ee com unicatiestoring knippert de rode "XT-LED.
@
Met
6
en 6 k u n t u de geselecteerde telwaarde wijzigen.
WEERGAVE PROGRAMMEERBARE FUNCTIEMODULEN
Wanneer een programmeerbaar functiemoduul geconfigureerd is met
een algoritme, dan kunnen de parameters van een aantal algoritmen
eergegeve en aangepast worden.
8
Bedien
b
voor de weergave van de eerste parameter van het
geconfigureerde algorit e van programmeerbaar functiemoduul
nr. 1. Bedien nogmaals% voor de parameters van de
functiemodulen 2... 12.
De rode "Zn-LED in blok E geeft deze keuze weer. Het groene
LED-display geeft het gekozen moduulnummer weer (1
...
12).
De combinatie van bovenstaande indicaties, de rode "Y-LED en
eventueel afwisselende weergave in het groene LED-display van
het moduulnummer en een code geeft aan welk algoritme is
geselecteerd, zoals hierna is weergegeven:
eergave regelmod len (algoritme 1...4)
8
Bij selectie (met
6
)
van een programmeerbaar functiemoduul
met een regelalgoritme wordt als eerste parameter het werkpunt
WSP weergegeven.
Alleen de rode "Z"-LED brandt. Het groene LED-display geeft
het nummer weer ( 1
...
12) van het geselecteerde moduul.
Het rode LED-display geeft de waarde van dat werkpunt weer.
De ro e LED in blok D geeft de eenheid w er
8
a
Met
E
(voor EDIT-mode) en vervolgens
6
0
kunt u het
setpoint LSP instellen.
Het rode LED-display geeft meteen de actuele waarde van het
werkpunt WSP weer.
In ED T-mode knippert de rode "Z-LED.
a
Met
d
wordt de nieuwe waarde opgeslagen of met @I wordt de
oude wa de hersteld en verlaat u de EDIT-mode.
+
Bedien &nogmaals voor additionele informatie betreffende de
programmeerbare modulen.
@
Met de eerste bediening van
@
wordt de procesvariabele van
het geselecteerde programmeerbare moduul opgeroepen.
De rode "Zv-LED brand en de "X"-LED knippert.
Advertenties
