6.
Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart.
OPMERKING:
verwijderen om toegang tot de batterij te krijgen.
7.
Het type batterijhouder op de systeemkaart bepaalt welke van de volgende sets instructies van
toepassing is voor het vervangen van de batterij.
Type 1
a.
Neem de batterij uit de houder.
Afbeelding B-1
b.
Schuif de nieuwe batterij in de juiste positie met de pluspool naar boven. De batterij wordt
automatisch in de juiste positie vergrendeld.
Type 2
a.
Knijp de metalen klem die boven één kant van de batterij uitsteekt, iets samen om de batterij
te ontgrendelen. Verwijder de batterij wanneer deze omhoog komt (1).
b.
Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool naar
boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem vastklikt (2).
Afbeelding B-2
Type 3
a.
Trek de batterijklem naar achteren (1) en verwijder de batterij (2).
NLWW
Bij bepaalde modellen kan het noodzakelijk zijn een intern onderdeel te
Knoopcelbatterij verwijderen (type 1)
Knoopcelbatterij verwijderen en vervangen (type 2)
39