Hoofdstuk 2: Bellen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het voeren van
telefoongesprekken en over de diverse beschikbare opties
tijdens een gesprek.
Voordat u kunt bellen
Controleer voordat u iemand belt of de
telefoonfunctie is ingeschakeld; activeer de
telefoon via Comm. beheer (zie "Comm.
beheer" op pagina 46).
1. Open Comm. beheer door op het
communicatiepictogram bovenin het
scherm
beheer.
2. Tik op het pictogram Telefoonverbinding
zodat de schuifknop naast AAN staat.
Bellen
1. Druk in het scherm vandaag op de toets
Bellen
of tik op Telefoon (
numerieke toetsen op het scherm te
openen.
2. Voer het nummer in dat u wilt draaien.
3. Druk op
4. Druk op
beëindigen.
Opmerking: De telefoonfunctie moet worden ingeschakeld voordat
het gesprek kan worden verbonden.
te tikken, of via Start > Comm.
om te bellen.
om het gesprek te
) om de
Voordat u kunt bellen
19