7 Onderhoud
Afb.74
Klaar met bijvullen
AD-0001352-01
Afb.75
Controle rookgasafvoer en
luchttoevoer
32
4. Stel de (bij)vulinrichting in op OFF als de vereiste waterdruk is bereikt.
7.4.2
Controle van het expansievat
1. Controleer het expansievat en vervang deze indien nodig.
7.4.3
Controle van de ionisatiestroom
1. Controleer de ionisatiestroom in vollast en laaglast.
De waarde is na 1 minuut stabiel.
2. Reinig of vervang de ionisatie- en ontstekingselektrode, wanneer de
waarde lager is dan 3 µA.
7.4.4
Controle van de tapcapaciteit
1. Controleer de tapcapaciteit.
2. Is de tapcapaciteit merkbaar minder (temperatuur is onvoldoende
en/of het debiet is minder dan 6,2 l/min), reinig dan de
platenwarmtewisselaar (ww-zijdig) en de tapwatercartridge.
7.4.5
Controle van de rookgasafvoer-/
luchttoevoeraansluitingen
1. Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en de luchttoevoer op
conditie en dichtheid.
AD-0000280-01
7.4.6
Controle van de verbranding
De verbrandingstechnische controle gebeurt door meting van het O
percentage in het rookgasafvoerkanaal.
CO-meting: Voer een meting uit bij vollast (CV) en laaglast. Het
gemiddelde van deze twee gemeten waarden moet als volgt worden
bepaald: Berekende waarde = 0,35 maal de waarde bij vollast (A) + 0,65
maal de waarde bij laaglast (B). Voorbeeld: CO = (0,35 x CO
CO
)
B
Belangrijk
De berekende waarde moet op het verbrandingsattest genoteerd
worden (Plaatselijk onderhoudsbesluit).
-
2
) + (0,65 x
A
7680254 - v.01 - 21112018