Bediening
Sensoren
Twee thermostaatsensoren kunnen op de regelaar worden
aangesloten. De gekozen toepassing bepaald hoe.
Een sensor in de luchtaanzuig voor de verdamper:
Deze mogelijkheid wordt voornamelijk gebruikt voor cellen.
Een sensor in de luchtuitblaas achter de verdamper:
Deze mogelijkheid wordt voornamelijk gebruikt bij meubelen.
Een sensor voor en achter de verdamper:
Deze aansluiting biedt de mogelijkheid om de thermostaat,
de alarmthermostaat en de displayuitlezing aan te passen aan
de betre ende toepassing. Het signaal naar de thermostaat,
alarmthermostaat en het display wordt ingesteld als een gewogen
waarde van beide sensoren. Met een instelling van 50% hebben
beide sensoren dezelfde invloed.
De gewogen waarde voor de thermostaat, alarmthermostaat en
de display kunnen onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
Ontdooisensor
Het beste signaal aangaande de verdampertemperatuur wordt
verkregen door een ontdooisensor direct op de verdamper te
plaatsen. Dit signaal kan gebruikt worden door de ontdooifunctie
zodat een zo kort en energiezuinig mogelijk ontdooiing kan
plaatsvinden.
Als een ontdooisensor niet vereist is, kan de ontdooiing ook op
basis van tijd of S4 gestopt worden.
Regeling van twee compressoren
Deze regeling wordt gebruikt voor het gelijktijdig regelen van
twee compressoren. Het principe is als volgt: één compressor
schakelt in en uit op basis van de halve di erentie van de
thermostaat en de tweede compressor op basis van de totale
di erentie. Zodra de thermostaat inschakelt, zal de compressor
met de minste draaiuren als eerste starten. De tweede compressor
zal pas na een ingestelde vertraging starten. De tijdvertraging
heeft een hogere prioriteit dan de temperatuur. Wanneer de
luchttemperatuur met de halve di erentie gedaald is, zal één
compressor stoppen en zal de tweede compressor blijven draaien
tot de gewenste temperatuur is bereikt.
De compressoren moeten kunnen starten met een hoge persdruk.
Veranderen temperatuurreferentie
Voor gebruik op bijvoorbeeld actiemeubelen waar regelmatig
andere producten in liggen. De temperatuurreferentie kan
eenvoudig veranderd worden door een puls op de digitale ingang
te geven. Dit signaal verschuift de normale thermostaatwaarde
met een vooringestelde waarde. Tegelijkertijd worden ook de
alarmgrenzen met dezelfde waarde verschoven.
AK-CC 350
Manual RS8EQ310 © Danfoss 12-2015
3