Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheidsinstructies - Hornbach Halo TG-3 30 mbar Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 1
Lees de bedieningsinstructies voordat u het toestel gebruikt. Indien de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing
worden genegeerd kan brand of een explosie ontstaan, die ernstig of dodelijk lichamelijk letsel of schade aan materiële
goederen kunnen veroorzaken.
∙ Mag uitsluitend buitenshuis worden gebruikt. Mag nooit
binnenshuis worden gebruikt.
∙ Gebruik het toestel uitsluitend in een goed geventileerde
omgeving. Gebruik het toestel niet in een garage, portiek,
overdekt terras of enige andere overkapping.
∙ Het toestel is niet geschikt om te worden ingebouwd in
recreatievoertuigen en/of boten.
∙ WAARSCHUWING: toegankelijke onderdelen kunnen erg
heet zijn. Houd jonge kinderen uit de buurt.
∙ Het toestel mag nooit door kinderen worden gebruikt.
∙ Bewaar geen reserve- of niet-aangesloten gasfles onder
of in de buurt van het toestel.
∙ Een onjuiste montage kan gevaarlijk zijn. Volg de monta-
ge-instructies a.u.b. zorgvuldig op.
∙ Sluit het toestel niet aan op de aardgasaansluiting (stads-
gas)! De ventielen en sproeiers zijn uitsluitend bedoeld
voor het gebruik in combinatie met vloeibaar propaangas.
∙ Vloeibaar propaangas is geen aardgas. De omzetting
naar aardgas in een toestel voor vloeibaar propaangas of
omgekeerd, of een poging daartoe, is gevaarlijk en zal tot
gevolg hebben dat de garantie vervalt.
∙ Indien het toestel langere tijd werd opgeslagen of niet
werd gebruikt, moet voor gebruik worden gecontroleerd
of het toestel geen gas lekt en of de branders schoon zijn.
∙ Het toestel mag niet worden gebruikt wanneer sprake is
van een gaslek.
∙ Draai na gebruik de gastoevoer dicht aan de gasfles.
∙ Gebruik geen vlam om gaslekken op te sporen.
∙ Dit apparaat moet tijdens het gebruik uit de buurt van
brandbare materialen worden gehouden.
∙ Brandbaar materiaal mag in geen geval binnen een straal
van 1 meter tot de achterkant van het toestel aanwezig
zijn.
∙ Houd het gebruiksgebied (een straal van 3 meter rond het
toestel) vrij van ontstekingsbronnen zoals waakvlammen
van CV-toestellen, ingeschakelde elektrische apparaten
enz. en licht ontvlambare dampen/vloeistoffen zoals
benzine, alcohol enz.
∙ Plaats geen ontvlambare voorwerpen/vloeistoffen op of
in de bergruimte onder het toestel.
∙ Bedek afdekroosters niet met aluminiumfolie of ander
materiaal. Dit blokkeert de aanvoer van lucht naar bran-
der en zorgt voor een in potentie gevaarlijke toestand,
waardoor materiële schade en/of lichamelijk letsel kan
worden veroorzaakt.
∙ Neem een redelijke zorgvuldigheid in acht wanneer u
het toestel gebruikt. Het toestel wordt heet tijdens het
gebruik of het schoonmaken en mag tijdens het gebruik
dus nooit onbeheerd worden achtergelaten.
∙ Verplaats het toestel tijdens het gebruik niet.
∙ Mochten de branders tijdens het gebruik uitgaan, dan
moeten alle gasventielen worden gesloten. Open de dek-
sels en wacht vijf minuten voordat u de branders opnieuw
aansteekt. Volg de ontstekingsaanwijzingen op.
∙ Probeer in geen geval om de branders aan te steken
terwijl het deksel gesloten is. Wanneer gas dat niet wordt
ontstoken zich in het gesloten toestel verzamelt, ontstaat
groot gevaar.
∙ Gebruik barbecuebestek met een lang handvat en oven-
handschoenen om brandwonden en spetters te voorko-
men. Gebruik beschermende handschoenen wanneer
hete componenten moeten worden vastgepakt.
2 | NEDERLANDS

VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

∙ Sluit altijd de gastoevoer van de gasfles af en koppel de
drukregelaar los voordat de gasfles wordt verplaatst.
∙ Gebruik het toestel nooit terwijl de gasfles niet op de
correcte plaats staat.
∙ Elektrische kabels, gas- en brandstofslangen uit de buurt
van hete oppervlakken houden.
∙ Het toestel mag niet worden gebruikt als niet alle onder-
delen correct zijn gemonteerd. Het toestel moet over-
eenkomstig de montage-aanwijzingen correct worden
gemonteerd.
∙ Het toestel mag niet worden aangepast. Elke aanpassing
is ten strengste verboden. Ingegoten onderdelen mogen
niet door de gebruiker worden gemanipuleerd. De sproei-
ers mogen niet worden gedemonteerd.
∙ Gebruik geen houtskool, keramische briketten of lavaste-
nen in combinatie met het toestel.
∙ Leun nooit over het open rooster of raak de voorkant van
de behuizing in geen geval met de handen of vingers aan.
∙ Houd de ventilatie-openingen vrij en verwijder verontrei-
nigingen.
∙ Vergroot de ventielopeningen of branderpoorten niet en
blokkeer deze niet, wanneer u de ventielen of branders
reinigt.
∙ Controleer de vlammen van de branders regelmatig.
∙ Het toestel moet regelmatig grondig worden schoonge-
maakt.
∙ Het vetbakje moet voor elk gebruik aangebracht en na-
derhand schoongemaakt worden, maar mag niet worden
verwijderd voordat het toestel volledig is afgekoeld.
∙ Wees uiterst voorzichtig tijdens het openen van het dek-
sel, aangezien er hete stoom kan ontsnappen.
∙ Wees voorzichtig wanneer kinderen, ouderen of huisdie-
ren in de buurt zijn.
∙ Wanneer u merkt dat er vet of ander heet materiaal van
het toestel op de drukregelaar, het ventiel of de gasslang
lekt, moet u de gasfles onmiddellijk sluiten. Laat het
toestel afkoelen, spoor de oorzaak op, verhelp dit, maak
het ventiel, de slang en de regelaar schoon en voer een
lektest uit voordat u verder gaat.
∙ Bewaar geen voorwerpen of materiaal in het opbergge-
deelte onder het toestel, dat de stroom ontstekingslucht
naar de onderkant van het bedieningspaneel en de vuur-
bak zou kunnen blokkeren,
∙ Koppel de gasfles niet los binnen een straal van 3 meter
van open vuur of een andere ontstekingsbron.
∙ Gebruik uitsluitend die gasregelaar en slangkoppeling die
met het toestel zijn meegeleverd.
∙ De slang van de gasslangkoppeling mag niet worden
gebogen en mag niet langer zijn dan 1,5 meter.
∙ Gebruik uitsluitend gasflessen met een diameter tot
310 mm en een maximale hoogte van 600 mm met 5 -
13 kg vloeibaar propaangas.
∙ Probeer niet om de drukregelaar en compleet gemonteerde
slangaansluiting of enig andere gasaansluiting los te koppe-
len wanneer het toestel in gebruik, of nog steeds heet is.
∙ Een beschadigde gasfles mag niet worden gebruikt. Een
gebutste of roestige gasfles of een gasfles met een be-
schadigd ventiel kan gevaar opleveren en moet onmiddel-
lijk door een nieuwe worden vervangen.
∙ Al lijkt het alsof een gasfles leeg is, toch kan er nog
steeds gas in zitten, daarom moet de fles dienovereen-
komstig opgeslagen en getransporteerd worden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave