34
Instellingen van de camera
Basisinstellingen
Klik op het pictogram Camera Settings rechtsonder in het vastlegvenster, en
selecteer vervolgens Camera Settings in het keuzemenu. U kunt de opties
Video, Audio, en Zoom/Face tracking in dit venster aanpassen.
Vastleginstellingen
Klik in het venster Camera Settings op de knop Driver Settings. Het venster
Properties verschijnt.
Met Device Settings kunt u de helderheid, contrast, tint, verzadiging, scherpte,
enz. van de camera instellen.
Met Advanced kunt u het hoofdvolume beheren, beeldspiegel toepassen,
beeldverbeteringen en anti-knipper instellingen selecteren en de camera-
indicator aan/uit zetten.
Met Zoom/Face Track kunt u het zoomniveau aanpassen en de functie gezicht
volgen aan of uit zetten.