1. Er kan maar één accumonitor (BMV, SmartShunt, Smart Battery Sense of VE.Bus Smart Dongle) in een
VE.Smart Network ingevoegd worden.
2. Alle verbindingen voor de accumonitor (kabel voor de detectie van accuspanning, temperatuursensor en
stroomshunt) en de acculaders binnen een gemeenschappelijk VE. Smart-netwerk moeten aangesloten
zijn op dezelfde accu/accubank.
3. Het maximale toegestane aantal apparaten binnen een VE.Smart Network is 10.
4. Communicatie via het VE.Smart Network vereist dat alle apparaten zich binnen het Bluetooth-bereik van
elkaar bevinden. Systemen met een slecht of onderbroken Bluetooth-signaal zullen verbindingsproblemen
ervaren. De signaalsterkte tussen de apparaten kan gecontroleerd worden op de VictronConnect
VE.Smart netwerk-pagina.
5. Meerdere laders binnen een gemeenschappelijk VE.Smart Network moeten dezelfde laadinstellingen
hebben, want de "Master" kan dynamisch veranderen zodat elk van de laders "Master" kan worden.
6. Meerdere laders binnen een gemeenschappelijk VE.Smart netwerk hoeven niet van hetzelfde model te
zijn, ze hoeven alleen compatibel te zijn met VE.Smart Networking (dit omvat VE.Smart Networking
compatibele Blue Smart laders, Phoenix laders en MPPT zonneladers).
7. Sommige oudere apparaten zijn niet compatibel met VE.Smart Networking; raadpleeg de handleiding voor
bevestiging.
Pagina 43
Phoenix Smart IP43 Charger
Installatie